Pil tegen longkanker 'halveert kans vroegtijdig overlijden' voor kleine groep patiënten.

06-06-2023 17:45

 

 

 

 

Bij tumor met EGFR-gen.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Na de operatie één keer per dag een pil innemen, vermindert het risico om vroegtijdig te overlijden aan longkanker voor patiënten met een tumor met het EGFR-gen met 51 procent. Dat is de conclusie van een tien jaar durende wereldwijde studie. Groot is deze groep niet. "10 procent van de mensen die longkanker hadden, komt in aanmerking voor het medicijn."

"50 procent is een big deal bij iedere ziekte, maar zeker bij een ziekte als longkanker die doorgaans moeilijk te behandelen is", zegt dr. Roy Herbst, hoofdauteur van de studie en adjunct-directeur van het Yale Cancer Centre tegen The Guardian. "Dertig jaar geleden konden we niets doen voor deze patiënten. Nu hebben we dit krachtige medicijn."

 

Farmaceut AstraZeneca deed tien jaar lang onderzoek naar het effect van het medicijn osimertinib, ook bekend als Tagrisso en gemaakt door AstraZeneca. De resultaten werden gepresenteerd op de jaarlijkse bijeenkomst van de American Society of Clinical Oncology (Asco) in Chicago.
 
 
 

EGFR-gen:


Aan het onderzoek deden 682 patiënten met niet-kleincellige longkanker mee, dat is de meest voorkomende vorm van longkanker. Ze waren tussen de 30 en 86 jaar oud en kwamen uit 26 verschillende landen. Twee derde van de deelnemers aan het onderzoek was vrouw. Alle patiënten hadden een tumor met het EGFR-gen, dat wordt aangetroffen bij een kwart van de wereldwijde longkankergevallen. Zij slikten het medicijn nadat de tumor in hun longen operatief was verwijderd.

 

 

 

14.000 diagnoses per jaar

 
  • Wereldwijd overlijden jaarlijks ruim 1,8 miljoen mensen per jaar aan longkanker.
 
  • In Nederland overleden in 2021 ruim 10.000 mensen aan de ziekte.
 
  • Jaarlijks krijgen 14.000 Nederlanders de diagnose.
 
  • 86 procent van alle patiënten met longkanker heeft gerookt.
 
  • Andere oorzaken zijn meeroken, luchtvervuiling, straling, schadelijke stoffen, erfelijkheid en andere longziekten.
 


Bronnen: Longkanker Nederland, KWF.

 
 
 

Na drie jaar was 94 procent van de patiënten die osimertinib slikten nog in leven, bij de groep die een placebo innam was dat 86 procent. Na vijf jaar was dat 88 procent tegenover 78 procent. Het totale risico om te overlijden aan longkanker was 51 procent lager bij de groep die osimertinib kreeg.


 

Dubbelblind onderzoek:


Longoncoloog Anthonie van der Wekken van het UMC Groningen is positief over de onderzoeksmethode omdat de effecten gecontroleerd worden door een groep die een placebo kreeg. Daarnaast betreft het een 'dubbelblind onderzoek'. Dat betekent dat zowel de proefpersoon als de onderzoeker tijdens het experiment niet weet wie tot welke groep behoort. "Dat is goed", stelt hij. Van der Wekken was niet betrokken bij het onderzoek.
 

Dat de studie is gedaan door de farmaceut van het medicijn, hoeft volgens de arts niets af te doen aan de betrouwbaarheid. "Alle medicatiestudies worden door de industrie gedaan, maar des te belangrijker is dat de auteurs goed naar de data hebben gekeken. Ik denk niet dat de data beïnvloed zijn doordat AstraZeneca het onderzoek betaald heeft."

 

 

 

Relatief kleine groep:

 

De groep longkankerpatiënten die in aanmerking komt voor het medicijn is relatief klein, legt Van der Wekken uit. "Het gaat om 10 procent van de mensen die longkanker hebben gehad. Osimertinib werd in deze studie alleen gebruikt als er sprake is van het EGFR-gen en wanneer er geen uitzaaiingen waren. Helaas is dat bij veel longkankerpatiënten vaak wel het geval."
 

Een tumor met een EGFR-mutatie komt vaak voor bij vrouwen die nooit gerookt hebben en bij mensen van Aziatische afkomst. "In Azië komt het gen bij 40 procent van de patiënten in de tumor voor. Er zijn verschillende theorieën over waarom het daar meer voorkomt. Zo kan het te maken hebben met genetische achtergrond, maar ook met de inhalatie van fijnstof of andere stoffen. Zo staan mensen in Aziatische landen vaker in oliedampen te bakken."

 

In Nederland is osimertinib sinds 2019 opgenomen in de basisverzekering. "We gebruikten het sindsdien vooral bij mensen met uitgezaaide longkanker, maar sinds 2021 wordt het ook toegepast als preventieve behandeling", zegt Van der Wekken.

 

De patiënten die osimertinib krijgen zijn na de operatie 'schoon' verklaard en krijgen het medicijn om te voorkomen dat de kanker terugkomt. "We weten door eerder onderzoek al dat de kans op terugkeer van de kanker hierdoor kleiner is. Dit onderzoek laat zien dat de kans dat je langer leeft ook groter is dankzij osimertinib."

 

 

Nieuwe richtlijnen:


Het is belangrijk dat iedere geopereerde patiënt getest wordt op het EGFR-gen, stelt de longoncoloog. "In het UMCG doen we dat al, maar het staat nog niet in de officiële richtlijnen en is daardoor nog niet in alle Nederlandse ziekenhuizen de standaard. Er wordt nu aan nieuwe richtlijnen gewerkt waarna hier een nieuw advies over wordt gegeven." De arts raadt patiënten die geopereerd zijn aan om aan hun oncoloog te vragen of de tumor op het EGFR-gen is getest na de operatie.

 

 

Duizenden euro's per maand:


Volgens Van der Wekken is het ook belangrijk om te weten bij wie het gebruik van osimertinib géén zin heeft. "Daar wordt nu Europees onderzoek naar gedaan, waar het UMCG ook aan meedoet. Voor mensen bij wie de tumor echt helemaal weg is, heeft het slikken van dit medicijn geen zin", zegt de arts.

 

"Het is natuurlijk zonde om jarenlang iedere dag een medicijn te nemen dat je helemaal niet nodig blijkt te hebben. Vanwege bijwerkingen als huid- en darmproblemen, maar ook vanwege de kosten. Osimertinib kost per patiënt duizenden euro's per maand."

 

 

 

Bron: www.rtlnieuws.nl/nieuws