KCE wil wachttijd recht om vergeten te worden na borstkanker danig inperken.
Illustratiebeeld.
Foto: ThinkStock
Het KCE werd belast met het regelmatig tegen het licht houden van deze referentieroosters, in het kader van de medische vooruitgang. Dat heeft het Kenniscentrum nu gedaan voor borstkanker in situ - een tumor die zich beperkt tot het weefsel waarin hij is ontstaan - en invasieve borstkanker in een vroeg stadium (carcinoma stadium I of II).
Momenteel geldt voor borstkanker in situ een wachttijd van één jaar na het beëindigen van de behandeling, voor de andere stadia is die wachttijd tien jaar.
Wachttijden inkorten of schrappen:
In samenwerking met de Stichting Kankerregister namen KCE-onderzoekers 93.368 borstkankerdiagnoses onder de loep: 10.452 met in situ kanker en 82.916 met carcinomen stadium I of II. Bij de in situ gevallen werd tot veertien jaar na de diagnose geen oversterfte vastgesteld. Daarom stelt het KCE voor om de wachttijd voor die mensen helemaal te schrappen.
Voor kleine en vroege invasieve carcinomen (stadium I) benaderen de overlevingscurves die van de algemene bevolking vanaf een jaar. Daarom stelt het KCE voor om voor die mensen de wachttijd van tien jaar naar één jaar te herleiden. Deze voorstellen zouden, volgens berekeningen van de KCE, mogelijk gevolgen hebben voor één op de twee vrouwen bij wie borstkanker wordt gediagnosticeerd. Daarnaast stelt het Kenniscentrum ook voor om de wachttijd te rekenen vanaf de datum van diagnose in plaats van vanaf de voltooiing van de behandeling. Die laatste datum is namelijk niet altijd even gemakkelijk vast te stellen.
In een volgende fase zal het Opvolgingsbureau voor de Tarifering schuldsaldoverzekering de voorstellen onder de loep nemen. Daarna worden beide adviezen overgemaakt aan de bevoegde autoriteiten, die uiteindelijk de knoop doorhakken. In de toekomst zullen ook nog andere aandoeningen worden bestudeerd.
Bron: www.hln.be/medisch