ROUWDESKUNDIGE DAAN WESTERINK KREEG KANKER: 'HEB MIJN HELE ROUWBIBLIOTHEEK DE DEUR UIT GEDAAN'.

02-11-2022 18:44

 

 

Auteur: ANNA NEELTJE DE BOER - linda.nl/persoonlijk

 

 

 

FOTO PRIVÉBEZIT.

 

 

 

 

 

Daan Westerink is rouwdeskundige, docent en schrijfster. Haar agenda zit altijd vol en ze wil iedereen helpen. Maar dan krijgt ze een burn-out. Als ze haar leven weer onder controle lijkt te hebben, krijgt ze de diagnose darmkanker.


Het gooit haar leven volledig overhoop.

 

 

DAAN WESTERINK:


“Het was geen officiële diagnose, maar ik had paniekaanvallen en depressieve gevoelens”, vertelt Daan over haar burn-out. “Ik zat thuis en kon niks meer. Vond het vreemd om over mentale problemen te praten. Ik wilde mijn schouders eronder zetten. Heb mijn hele rouwbibliotheek de deur uit gedaan. Ik had genoeg van de zelfhulpboeken. Ze lijken jou te helpen, maar in feite helpen ze alleen de auteur. Ik had andere dingen nodig.”

 

Corona doet op dat moment zijn intrede. “Dat was lekker. We namen een hond en ik ben veel gaan wandelen. Ging twee uurtjes per dag studeren, kon me steeds beter concentreren en in de zomer was ik klaar met de master pedagogiek waar ik al eerder aan was begonnen. Ik had gesprekken gehad met een psychiater, therapie gevolgd en een mindfulness-cursus gedaan. Ik ging weer aan het werk, maar toch bleef ik moe. Ontzettend moe.”

 

 

DIAGNOSE DARMKANKER:


De ene dag lijkt het leven haar toe te lachen en overhandigt de postbode Daan een bos bloemen en haar diploma. De volgende dag zit ze op de eerste hulp met een darmbloeding. “Ik bleek darmkanker te hebben.” En dat haalt haar leven flink overhoop. Op jonge leeftijd verliest ze haar ouders. “Ik kreeg het nieuws op dezelfde dag dat mijn moeder te horen kreeg dat ze darmkanker had. Ik was in shock. Het was net een slechte film.”

 

Twee weken later wordt ze geopereerd. “Direct daarna begon de chemotherapie”, vervolgt ze. “Het was krankzinnig zwaar. Ik liep als sterke vrouw het ziekenhuis in en kwam als een wrak het ziekenhuis uit. Door de chemo sloeg mijn hele lichaam op hol.” De coronapandemie is in volle gang en anderhalve meter afstand is de standaard. “Ik moest alles alleen doen. Mijn man en dochters mochten niet met mij mee. Als kankerpatiënten waren we aan elkaar overgeleverd. Dat was eenzaam. Ik hoorde alleen maar ellendige verhalen. Was hartstikke bang. Ik ben best een harde, maar ik ben toen onderuit gegaan.”

 

 

SPORTEN IN EEN KANKERKLASJE:


Haar dierbaren slepen haar door deze zware tijd heen. “Mijn man Peter, mijn kinderen, mijn broer en vrienden waren team Daan. Dat was zo belangrijk. Zij waren er voor me en leidden me af.” De behandeling slaat aan en langzaam krabbelt ze weer op. “Ik heb veel hulp gehad van mijn omgeving, voerde gesprekken met een psychiater. Hoorde een streng stemmetje in mijn hoofd dat zei dat ik niet moest zeuren, me niet moest aanstellen. Ik heb moeten leren daar: ‘Hou je bek’ tegen te zeggen. Als iemand zei: ‘Hou je goed’, dan zei ik: ‘Nee, ik hou me slap’.”

 

Ook gaat ze onder begeleiding sporten. “Ik heb van jongs af aan altijd veel gesport. Zat in een kankerklasje, zo noem ik het om de lading van het woord af te halen. Vrouwen en mannen die net als ik aan het revalideren waren. De eerste weken praatten we niet met elkaar, maar gaandeweg ga je elkaar herkennen. Soms zag ik iemand huilen, de volgende keer was ik zelf degene die moest huilen. Ik wilde harder gaan dan mijn chemolijf aankon.”

 

 

ROUWDESKUNDIGE:


De rouwdeskundige is inmiddels al geruime tijd schoon en voelt zich steeds meer patiënt-af. “Er is een stuk uit mijn darmen weggehaald. Ook zijn er veel poliepen verwijderd waar ik veel last van had. Van slecht functionerende darmen kun je gaan piekeren. Ik heb minder energie, maar ben een opgewekter mens.” Er is een oude Daan, vertelt ze, en een nieuwe Daan. “De nieuwe Daan ziet de drempel aankomen en gaat er niet meer overheen. Ik ben blij met mijn baan als docent pedagogiek en werk als rouwdeskundige, maar ik ben niet meer dag en nacht aan het werk.”

 

Het ziektebed geeft een extra dimensie aan haar werk. “Ik heb gemerkt dat je van tevoren niet kunt zeggen wat iemand nodig heeft. Je kunt het niet invullen. En sommigen zeiden tegen mij: ‘Erg dat je al zo vroeg je ouders bent verloren en dan krijg je ook nog kanker’. Maar iedereen maakt dingen mee. Het gaat erom: wat houdt iemand overeind. Probeer een ander niet door een rouwproces heen te leiden, maar kijk hoe je kunt ondersteunen. En stuur niet alleen kaartje of bloemetje, maar ga gewoon bij diegene langs.”

 

 

 

Bron: www.linda.nl