Amerikaans onderzoek legt verband bloot tussen CT-scans en verhoogd leukemierisico bij kinderen.
Auteur: Chiara Uijtermerk - ntvh.nl
Een routine-CT-scan lijkt vaak onschuldig: een kind valt van de fiets, klaagt over hoofdpijn, en voor de zekerheid wordt er een scan gemaakt. Maar nieuw onderzoek uit Californië laat zien dat het maken van zulke noodzakelijke medische beelden een klein maar meetbaar risico met zich meebrengt. Kinderen en jongeren die in hun jonge jaren herhaaldelijk worden blootgesteld aan röntgenstraling lopen een hogere kans om later een hematologische kanker, zoals leukemie of lymfoom, te ontwikkelen.
Aangezien acute lymfatische leukemie (ALL) de meest voorkomende vorm van kanker onder kinderen is, is het verkleinen van de kans hierop van essentieel belang. De bevindingen werpen daarom een schijnlicht op een dilemma dat artsen dagelijks ervaren: hoe combineer je diagnostische zekerheid met maximale veiligheid?
Studieopzet:
Het onderzoek, gepubliceerd in The New England Journal of Medicine, analyseerde gegevens van 3.724.623 kinderen geboren tussen 1996 en 2016. De deelnemers kwamen uit zes grote zorgsystemen in de Verenigde Staten en uit Ontario, Canada. Zij werden gemiddeld 10,1 jaar gevolgd, wat neerkomt op een totaal van 35.715.325 persoonsjaren aan observatie. In die periode werden 2961 gevallen van bloedkanker vastgesteld, weliswaar een zeldzame uitkomst, maar in absolute aantallen groot genoeg om een duidelijk patroon zichtbaar te maken.
Van die kankers bleek 79,3 procent (2349 gevallen) een lymfoïde kanker, zoals Hodgkin- of non-Hodgkin-lymfoom. In 15,5 procent van de gevallen (460 personen) betrof het een myeloïde kanker, meestal ALL, en bij 4,4 procent (129 gevallen) ging het om een nog zeldzamere histiocytische of dendritische celkanker.
Straling:
De onderzoekers berekenden voor elk kind de cumulatieve hoeveelheid straling die het actieve beenmerg had ontvangen, aangezien daar de bloedcellen worden gevormd. Kinderen die ten minste één keer aan medische straling werden blootgesteld, kregen gemiddeld 14,0 milligray (mGy) toegediend, met een standaarddeviatie (SD) van 23,1 mGy. Dat komt vrijwel overeen met de dosis van één CT-scan van het hoofd, die gemiddeld 13,7 mGy oplevert. Onder de kinderen die uiteindelijk bloedkanker ontwikkelden, was de gemiddelde dosis echter fors hoger, namelijk 24,5 mGy (SD 36,4 mGy).
Duidelijk dosis-effect:
De kans op hematologische kanker bleek sterk dosisafhankelijk. Bij kinderen die tussen de 1 en 5 mGy ontvingen, lag het risico 41 procent hoger dan bij kinderen zonder blootstelling (RR 1,41; 95% BI 1,11–1,78). Bij doses tussen 15 en 20 mGy steeg dat tot een 82 procent hoger risico (RR 1,82; BI 1,33–2,43), en bij de hoogste blootstellingen, tussen 50 en 100 mGy, was het risico zelfs ruim 3,5 keer hoger, wat statistisch significant was (RR 3,59; BI 2,22–5,44).
Geen toevallig verband:
De onderzoekers berekenden bovendien dat elke 100 mGy extra beenmergdosis het risico op hematologische kanker met een factor 2,54 verhoogde (95% BI 1,70–3,51; p<0,001). Een kind dat bijvoorbeeld 30 mGy ontvangt, heeft een geschat 1,76 keer hoger risico dan een kind dat nooit aan medische straling is blootgesteld. Voor kinderen met ten minste 30 mGy blootstelling (gemiddeld 57 mGy) kwam dat overeen met 25,6 extra gevallen van bloedkanker per 10.000 kinderen tegen hun 21e levensjaar.
In totaal schatten de onderzoekers dat ongeveer 10,1 procent (95% BI 5,8–14,2) van alle gevallen van bloedkanker in deze groep direct te herleiden was tot medische beeldvorming, vooral tot CT-scans, die doorgaans de hoogste doses geven.
Klein risico met grote implicaties:
Het absolute risico op leukemie blijft klein, maar de implicaties van het onderzoek zijn groot. Voor miljoenen kinderen wereldwijd betekent dit dat elke scan zorgvuldig moet worden afgewogen. “Beeldvorming redt levens,” stellen de auteurs, “maar het moet met beleid worden ingezet.” Minder straling waar het kan, alternatieve technieken waar mogelijk, want bij kinderen telt elke milligray.
Bron: www.ntvh.nl