Deel 13: ’Ik hoef niet te horen dat hij heeft geflirt met een gezonde vrouw’.

19-04-2022 19:18

 

 

Auteur:  MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw

 

Column.

 
 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze een knobbeltje in haar borst ontdekt. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met haar partner Duncan en zoontje Noah (1) in Amsterdam.
 
 
 
 
 
„In theorie gun ik mijn geliefde plezier, daar is onze relatie op gebaseerd. Maar in de praktijk ben ik vooral boos.”
 

EIGEN BEELD.

 
 
 
 
 
 
Morgen is judgement day: de eicelpunctie. Dan wordt duidelijk of ik genoeg eiblaasjes heb om in de toekomst kans te maken op een zwangerschap. Eerst had ik er drie, met daarbij één onbruikbaar reuzenei, en bij de laatste controle had ik er zes. Een opgaande lijn, maar gerust ben ik er niet op. Ik staar in het donker naar het plafond als ik Duncan binnen hoor komen. Hij is wezen stappen. Ik ben fulltime in grafstemming, met dank aan de hormonen. Dus hij móet af en toe even zijn zinnen verzetten, anders is het niet vol te houden met mij. Ik sta er helemaal achter, maar leuk vind ik het niet.
 
Even later stapt hij bij me in bed. Ik doe alsof ik slaap. Ik hoef niet te horen hoe fantastisch zijn avond was - dat hij heeft gedanst, geflirt of misschien wel gezoend met een vrouw die gezond en levenslustig is. In theorie gun ik mijn geliefde plezier, daar is onze relatie op gebaseerd. Maar in de praktijk ben ik vooral boos: boos op de wereld, boos op deze ziekte en boos op Duncan. Kanker heb je samen, zei hij gisteren nog. Maar zo voelt dat niet. Híj kan zo nu en dan ontsnappen. Ik niet.
 

Scheurtjes:


Het kankertraject is nog maar net begonnen en onze relatie begint al scheurtjes te vertonen. Niet gek. Kanker kán je nader tot elkaar brengen. Maar het andere scenario - elkaar kwijtraken – is minstens zo waarschijnlijk. Voorbeelden zát. Sylvie Meis gaf toe dat haar borstkanker een rol speelde in de breuk met Rafael. En Nicolette Kluijver noemde in VROUW longkanker een belangrijke oorzaak van haar scheiding.

 
 
Duncan begrijpt me niet meer sinds ik in mijn inktzwarte grot zit. Zelf voelt hij zich hoopvol en optimistisch. Hij gelooft dat alles goedkomt. Mijn angsten wuift hij weg als door de hormonen gefabriceerde hersenspinsels. Wat me woedend maakt. Onze emoties lopen niet gelijk, en dat maakt dat ik me eenzaam voel. Wat als ík deze nachtmerrie overleef, maar mijn relatie niet?
 
Ik luister naar Duncans ademhaling, die steeds zwaarder wordt. Ik draai me om. Zucht eens diep.

,,Ben je wakker?” fluistert Duncan ineens.

 

Als ik bevestigend antwoord trekt hij me naar zich toe. Mijn lichaam ontspant. Die uitwerking heeft Duncan na al die jaren nog steeds op me. Ons bevredigende seksleven stortte sinds de diagnose als een kaartenhuis ineen. Niks zo’n libidokiller als angst – ik leek wel dood van binnen. Maar in Duncans armen komt mijn lijf tot mijn grote verrassing ineens weer tot leven. Misschien is het het schrikbeeld mijn geliefde kwijt te raken, dat mijn verlangen aanwakkert.

 

,,Je mag niet klaarkomen hè,” waarschuw ik. Duncan moet zijn zaad morgen inleveren.

,,Nee. Maar jij wel.”

 

Voor ik in slaap val denk ik: oké, we begrijpen elkaar momenteel op veel vlakken niet, maar hier in bed nog altijd wel.

 

 

Oogsten:


In de auto op weg naar het ziekenhuis pakt Duncan mijn hand. Hij kijkt me aan, van opzij.

,,Het wordt beter, echt.”

 

Ik knik. Dat moet.

 

Versuft van een shitload aan medicatie word ik de operatiekamer binnengereden. Duncan mag mee naar binnen en houdt mijn hand vast terwijl de gynaecoloog een soort breinaald pakt. Met grote ogen kijk ik ernaar. What the fuck ís dat voor martelwerktuig? De helse pijn die volgt overvalt me volkomen. Ik gil het uit, knijp Duncans hand fijn. Dit is bijna net zo erg als de weeënstorm toen ik Noah op de wereld zette. Gelukkig is ‘t ditmaal binnen een half uur gepiept.

 
Er worden uiteindelijk dertien eitjes geoogst. Een verbluffend goede score, gezien de start van het traject.

Als het klaar is lijkt het alsof de wereld van kleur verandert. De morfine – die het als pijnstiller toch behoorlijk liet afweten – zorgt voor een heerlijke roes. Weg is de grijze waas, ik ben chemisch gelukkig.

 

,,Zo, lekker spul zeg. Kan ik daar wat van mee naar huis krijgen”, vraag ik.

Dat kan niet.

 

Duncan grijnst breed. ,,Ik zei het toch: alles komt goed.” Hij overlaadt mijn gezicht met zoenen.

Op dit moment geloof ik hem.

 

 

Bron: www.telegraaf.nl