Deel 146: Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik vind dat moeder zijn óók loodzwaar is’.

30-04-2025 14:10

 

 

Auteur: Marith Iedema - telegraaf.nl/vrouw

 

Column.

 
 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze te horen krijgt dat ze borstkanker heeft. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met haar geliefde Duncan en zoontje Noah (5) in Amsterdam.
 
 
 
 
Marith Iedema: ’Over niet al te lang zal ik afscheid nemen van de allerleukste periode tot nu toe: de vrolijke kleuterfase.’

Marith Iedema: ’Over niet al te lang zal ik afscheid nemen van de allerleukste periode tot nu toe: de vrolijke kleuterfase.’

Eigen beeld.
 
 
 
 
 
 
 
,,Nou, nog even en hij heeft je niet meer zo nodig.” A. knikt naar Noah, die net vijf is geworden en met een vriendje in de zandbak van de Vondeltuin speelt. ,,Dan krijg je je oude leven weer terug, Marith.” Hij klopt joviaal op mijn schouder, alsof hij me zojuist het beste nieuws ooit gaf.
 

Ik voel een steek en glimlach een beetje gemaakt. A. is een werkkennis, die ik hier toevallig tegen het lijf liep. Hij weet waar hij het over heeft: hij heeft een dochter van tien.

 

 

Ouderschap:

Hij kent me vooral van vroeger. Vroeger toen ik barstte van de energie, toen ik non-stop werkte, weekenden lang feestte. Vroeger, toen ik naar meerdaagse festivals ging en ook doordeweeks volop sociale dates plande.
 
 
Ik vind het ouderschap het mooiste dat er bestaat. Geen carrièrehoogtepunt, geen romantische liefde, evenaart het gevoel voor je kind. Maar ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik vind dat moeder zijn óók loodzwaar is – in ieder geval als je tijdens de tropenjaren kanker krijgt. Toch verlang ik niet naar de tijd dat Noah me niet meer nodig heeft.
 

Ik kijk naar mijn kind, mijn kind van vijf. Ik wil niet dat deze fase voorbijgaat.

 

 

Tientallen woedeaanvallen:

Maar A. heeft natuurlijk gelijk. Noah heeft mij, óns, elke dag minder nodig. Zijn ontwikkeling gaat als een dolle. En hoe trots ik ook op hem ben, op zijn sterke karakter, zijn autonomie, het is bitterzoet, dat opgroeien. Want elk nieuw woord, elke stap vooruit, elke paar centimeter erbij, is ook een afscheid. Een afscheid van het mini-mensje ervoor.
 

To be fair: van sommige dingen heb ik met plezier afscheid genomen. Van gebroken nachten en onverklaarbare huilbuien waaraan geen einde leek te komen. Van midden op straat gaan liggen krijsen en van snotneuzen die hij afveegde aan mijn trui.

 

Van alles ‘zelluf’ willen doen, maar niks kunnen. Van tientallen woedeaanvallen per dag – vaak vóór acht uur ’s morgens, van poepluiers, van elke maand thuiskomen met een nieuw virus, van intens verdriet om een gesmolten ijsje of een verkeerde kleur beker.
 
 
Maar het was wél een gemis om afscheid te nemen van mijn baby, van dat kleine wezentje dat dacht dat ik de hele wereld was. Van zijn wiebelige stapjes richting mijn uitgestoken handen. Van mijn dreumes, van dat bolle buikje, van schaterlachen met twee ondertandjes, van middagslaapjes boven op me, van knuffelsessies met zijn speen en aapje.
 
 

Allerleukste periode:

En over niet al te lang zal ik afscheid nemen van de allerleukste periode tot nu toe: de vrolijke kleuterfase. Ik zal vaarwel zeggen tegen de ontwapenende en soms pijnlijke eerlijkheid (‘mama jouw kont is lekker dik en slap’), tegen de fantasierijke verhalen die zelfs de kutste dagen weer een beetje goedmaken.

 

Over niet al te lang zal Noah me niet langer vragen bij hem te blijven liggen tot hij slaapt, over een tijdje zal een vriendje of vriendinnetje mijn plek als lievelingspersoon innemen, troost zal hij niet langer zoeken in mijn armen. En natuurlijk: dat is gezond. Het hoort erbij. En ja, A. heeft gelijk: daar staat meer tijd voor mezelf tegenover. Maar die vrijheid, die kan ik missen als kiespijn.

 

 

 

Bron: www.telegraaf.nl