Deel 147: ’Een tikje bedrukt verlaten Duncan en ik het klaslokaal; we herkennen het verhaal’.
Auteur: Marith Iedema - telegraaf.nl/vrouw
Marith: ’Een tikje bedrukt verlaten Duncan en ik het klaslokaal.’
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze te horen krijgt dat ze borstkanker heeft. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met haar geliefde Duncan en zoontje Noah (5) in Amsterdam.
Ik zit op een klein krukje in Noahs klaslokaal, met Duncan naast me. De juf bespreekt Noahs voortgang. Ze begint positief. Noah is vrolijk, charmant, sociaal en hulpvaardig. Duncan straalt. Maar ik voel een maar aankomen.
En ja hoor, daar komt ie: „Maar…”
Koppig;
Wat volgt komt neer op: hij luistert voor geen meter. Hij doet vaak niet mee bij groepsactiviteiten in de klas. Hij bepaalt zélf wel wat hij doet en wanneer. Hij laat zich niet altijd aanspreken, hij kan koppig zijn eigen gang blijven gaan.
De juf is gek op Noah, dat merken we aan alles. Maar we snappen dat zijn gedrag lastig voor haar kan zijn. Van sommige kinderen kan je er wel tien hebben. Maar niet van onze jongen.
„Het moet wel anders worden, vóór hij naar groep drie kan,” geeft ze ons mee aan het eind van het gesprek.
Badmeester:
Een tikje bedrukt verlaten Duncan en ik het klaslokaal. We herkennen het verhaal. Noah is meestal coöperatief, maar hij houdt er niet van dat je hem precies voorschrijft wat hij moet doen.
Bij zwemles zien we het ook. De groep doet braaf de rugslag, terwijl Noah tien meter verderop kopje duikelt. Soms klimt hij in de badmeester terwijl die een oefening uitlegt, en springt hij van zijn schouders in het water. Gelukkig heeft de man een zwak voor overactieve, ongeconcentreerde jongetjes.
We lopen samen door de buurt naar huis. „Ik ben heel blij dat zijn juf zo geduldig en liefdevol blijft,” zeg ik. Duncan humt instemmend.
Dat kan ook anders, weet ik uit ervaring. Noah heeft zijn streken niet van een vreemde. Hij is een kopie van mij. Mijn moeder zei laatst: „Als ik wat uitleg, krijgt hij dezelfde glazige blik in zijn ogen als jij vroeger.”
Sinds ik zelf een kind heb is mijn respect voor kleuterjuffen de pan uitgerezen.
Míjn kleuterjuf trok dit niet. Ze had een hekel aan kinderen die buiten de lijntjes kleurden en liet dat duidelijk merken. Nu, al die jaren later, herinner ik me nog het nare gevoel dat ze me gaf.
Ik begrijp haar inmiddels wel beter. Sinds ik zelf een kind heb is mijn respect voor kleuterjuffen de pan uitgerezen. Elke dag dertig kleine kinderen in bedwang houden, holy shit. Deze baan is lóódzwaar. En wie het voor elkaar speelt vriendelijk en kalm te blijven, verdient een medaille. Ik zou na een week voor de klas staan in de ziektewet belanden.
„Ik hoop wel dat het goedkomt… Met dat niet luisteren,” zegt Duncan.
Ik haal mijn schouders op.
„Uiteindelijk, natúúrlijk. Maar laten we eerlijk zijn: met onze genenpoel was de kans op een model-leerling nihil.”
Ook Duncan was bepaald geen brave Hendrik. En dat is een understatement.
„Maar weet je wat ik laatst las? Dat kinderen die volwassenen blind gehoorzamen, later als tieners meer risico lopen om ook hun vrienden klakkeloos te volgen. Autonoom zijn heeft ook zijn voordelen.”
Bron: www.telegraaf.nl