Deel 4: ’Ik kán helemaal niet dood, Noah heeft me nodig’.

14-02-2022 18:05


Auteur: MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw


Columns & opinie.


Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze een knobbeltje in haar borst ontdekt. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met haar partner Duncan en zoontje Noah (1 jaar) in Amsterdam.



KIM REGELINK PHOTOGRAPHY.





Ik zit met Duncan en mijn moeder in de wachtruimte van de afdeling oncologische chirurgie in het UMC. Straks hoor ik of ik kanker heb. Vanwege Covid moest ik eigenlijk helemaal alléén naar mijn afspraak komen. Maar na een verontwaardigd telefoontje mag toch één persoon mee de spreekkamer in. Dat wordt mijn moeder. Iemand moet de juiste vragen kunnen stellen bij slecht nieuws. Duncan mag niet mee naar binnen, maar is gelukkig in de buurt.


Mijn geliefde kauwt van de zenuwen driftig een doosje Smintjes leeg. Mijn moeder haalt steeds opnieuw diep adem. Ik ijsbeer door de ruimte. Ik scan de uitgestalde informatie- en reclamefolders. Alles wat je ooit wilde weten over kanker. Advertenties voor pruiken en een aanbod voor psychosociale hulp. Mijn blik blijft haken aan een flyer voor borstkankerpatiënten. Op de voorkant staan twee lichtroze gebreide borsten. ,,Protheses van comfortabel biologisch katoen, gebreid door een wereldwijd netwerk van vrijwilligers.''


"Nou - kijk eens schat," zeg ik tegen Duncan. Ik hou de flyer voor mijn decolleté.


"Er is nog hoop voor ons seksleven bij een dubbele borstamputatie."


"Lekker!," antwoordt hij met een grijns. "Klittenbandjes erop en gaan."


We lachen. Dankbaar voor het kleine beetje lucht.


Tien helse minuten later loopt een aantrekkelijke dokter de wachtruimte in, met een assistente in haar kielzog.


"Mevrouw Iedema?"


We springen alledrie op. Duncan balt zijn vuisten en kijkt me aan. In zijn ogen lees ik de angst die ik voel.


"Laat wat horen hè, zodra het kan," zegt hij gesmoord. We zoenen. Dan snel ik achter de dokter aan. Maar als ze merkt dat Duncan in de wachtkamer achterblijft, wenkt ze hem.


"Komt u ook maar mee meneer," zegt ze.


O, o. Dat voorspelt weinig goeds.


Slecht nieuws:


Al mijn bange vermoedens worden binnen een paar seconden werkelijkheid.


"Ik heb helaas geen goed nieuws, mevrouw Iedema. U hebt een kwaadaardige tumor."


Bam. Kánker.


Mijn moeder slaat haar hand voor haar mond. Duncan verstijft. Hij pakt mijn hand, knijpt erin.


Mijn hart slaat op hol. Ik heb fucking borstkanker - op mijn tweeëndertigste. Ik ben godverdomme in de bloei van mijn leven. Een golf irrationele boosheid overspoelt me. Dit moet een vergissing zijn. Ik heb net een kind. Zo oneerlijk kan het leven toch niet zijn? Nou, zo oneerlijk is het leven dus wél.


Ik vraag of het is uitgezaaid.


"Dat weten we niet. We zullen meer onderzoek moeten doen. Wat we wel weten is dat u de hormoongevoelige variant hebt en dat de tumor medium agressief lijkt te zijn. Dat is relatief gunstig."


Ik denk aan Serena - de zus van mijn vriendin. Een paar jaar geleden kreeg zij dezelfde diagnose. Ondanks een complete behandeling en een goede prognose zit de kanker bij haar inmiddels op allerlei andere plekken in haar lichaam. Ik word misselijk. Ga ik dood? Ik kán helemaal niet dood. Noah heeft me nodig. Duncan heeft me nodig. Paniek vliegt me naar de keel.


Mijn moeder stelt de ene vraag na de andere. Ik probeer mijn hoofd erbij te houden, maar dat lukt amper. Ik vang slechts vlagen van het gesprek op. Ik krijg een half jaar chemotherapie, zestien kuren. Dan word ik geopereerd en vervolgens bestraald. Mijn tiet moet er misschien af. Maar het zou ook kunnen dat ik 'besparend' word geopereerd. Dat betekent een halve borst. Hoe ziet dat eruit?


Wil ik nog een tweede kind? Zo ja - dan moet ik direct starten met een ivf-traject, want ik word hoogstwaarschijnlijk onvruchtbaar door de chemo. Vrouwelijke hormonen zijn een voedingsbodem voor de tumor, dus een no-go. Ik word vijf tot tien jaar met medicatie in de overgang gebracht en mag geen hormonale anticonceptie meer.


Ik word kaal. Ook mijn wimpers en wenkbrauwen zullen uitvallen.


Mijn hoofd tolt.


Als de dokter zwijgt, zijn we verslagen een tijdje stil.


En dan doet Duncan voor het eerst zijn mond open: "Heb ik nou goed begrepen dat Marith de rest van haar leven de pil niet meer mag slikken?"


Dat is zo grappig misplaatst, dat ik ondanks alles hard in de lach schiet.


"Schat, wat een gruwelijk slecht nieuws dat we het voortaan met condoom moeten doen!"


Mijn moeder lacht mee. De dokter kijkt opgelaten. Duncan hakkelt ongemakkelijk dat hij het zó natuurlijk niet bedoelde.


Terwijl de arts Duncan een overbodig lesje anticonceptie geeft, zie ik voor me hoe ik naakt bovenop Duncan zit. Ik ben kaal en heb één borst met daarnaast ground zero. Mijn ontbijt van vanochtend komt omhoog.


"Hebben jullie nog vragen?"


"Nee," zeg ik.


Ook mijn moeder en Duncan schudden hun hoofd.


We staan op. Mijn benen voelen slap. Donderdag heb ik een MRI. De uitslag daarvan moet uitwijzen of ik een kans maak om Noah op te zien groeien. Of niet.




Bron: www.telegraaf.nl