Deel 47: ’December is confronterend voor wie ongelukkig is’.

13-12-2022 17:12

 

 

Auteur: MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw

 

 

Columns & opinie.

 
 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze te horen krijgt dat ze borstkanker heeft. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met geliefde Duncan en zoontje Noah (2) in Amsterdam.
 
 
 
 
 
EIGEN BEELD.
 
 
 
 
 
 
 
De feestmaand is aangebroken en ik voel me neerslachtig. We hebben ons huis alvast uitbundig versierd in de ijdele hoop dat de stemming ervan opklaart. Maar al telt onze woonkamer nog zoveel lampjes, het blijft donker. December is confronterend voor wie ongelukkig is.
 
Ik til Noah op, kus hem in zijn nek – hou hem stevig vast. Samen staren we uit het raam. Ik wijs naar een Kerstman op het balkon van onze overburen. Noah kraait van plezier.

Moet hij kerst in de toekomst zonder moeder vieren? Net als Duncan?

 

Ik kijk opzij, naar mijn geliefde.

„Gaat het schat?” vraag ik.

 

Hij zegt van wel, maar ik weet beter.

Vandaag is zijn moeder jarig. Het is een dag die pijnlijk blijft, hoeveel tijd er ook verstrijkt.

 

Duncan heeft een moeilijke relatie met zijn moeder. En de afgelopen jaren hadden ze geen contact. Na de geboorte van Noah hoopte Duncan op een nieuwe start en zocht hij meerdere malen toenadering. Het mocht niet baten. Zelfs de allerschattigste filmpjes en foto’s van Noah konden haar niet verleiden tot een reactie, tot een kennismaking met haar kleinzoon.

Duncans teleurstelling was hartverscheurend.

 

 

Bloed, zweet en tranen:


Duncan heeft hechtingsproblemen aan zijn jeugd overgehouden. Daar hadden we de eerste jaren van onze relatie veel last van. Bij elke ruzie wist Duncan zeker: dit is het einde. Want in de wereld waarin hij opgroeide vertrokken mensen zodra het moeilijk werd.

 

Het kostte bloed, zweet en tranen voordat duidelijk was dat ík zou blijven. Op mij kon hij bouwen. We werden samen volwassen, leerden van elkaar. Verlatingsangst was niet meer aan de orde. Tot kanker in ons leven kwam. Ineens staat Duncans veilige wereld weer op losse schroeven. Hij gaat daar op zijn eigen manier mee om: er is geen ruimte voor verdriet, angst of twijfel aan een goede afloop. Zo dealt hij altijd met heftige shit. Hij duwt het weg en probeert er het beste van te maken.

 

Voor mij is dat soms lastig: ik voel dat allemaal wel. Maar ik snap het ook. Het mág niet misgaan. Want ik ben Duncans fundament. Nog meer dan hij het mijne is. Ik heb ook nog mijn ouders, míjn vangnet.

 

En wat moet je zonder vangnet?

 

Duncans moeder heeft niet alleen het contact met Duncan verbroken. Het lijkt erop dat ze zich steeds verder terugtrekt.

 

„Hoe zal het met haar gaan? Dat blijf ik me afvragen,” zegt Duncan.

 

Ik knik begrijpend.

 

Ik stel opnieuw voor langs te gaan en net zo lang op de deur te bonken tot zijn moeder opendoet. Ik stel voor haar te dwingen om te kiezen voor een ander leven.

 

„Het is onmogelijk iemand te helpen die niet geholpen wil worden,” zegt Duncan resoluut. Door schade en schande is hij wijs geworden. Maar die wetenschap doet niks af aan zijn schuldgevoel. Het gevoel dat hij verantwoordelijk is voor zijn moeder, ondanks alles.

 

„Mama chocomel maken?”

 

Noah zet zijn liefste gezichtje op.

 

„Slagroom?” We smelten. We willen onze peuter regelmatig achter het behang plakken. Maar veel vaker is Noah ons gelukskanon. En terwijl we samen chocolademelk bereiden, wisselen Duncan en ik een blik. Ja, het leven laat ons alle hoeken van de kamer zien. Maar we tellen onze zegeningen. En volgend jaar is vast alles beter.

 

 

 

Bron: www.telegraaf.nl