Deel 64: ’Ik bén dankbaar, maar die misvormde borst doet me verdriet’.

18-04-2023 18:20

 

 

Auteur:MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw

 

 

Columns & opinie.

 
 
 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze te horen krijgt dat ze borstkanker heeft. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met geliefde Duncan en zoontje Noah (2) in Amsterdam.
 
 
 
 
’Voor het eerst heb ik een léuke afspraak in het ziekenhuis, met een plastisch chirurg.’
 

EIGEN BEELD.

 

 

 

 

 

De zon schijnt en ik heb íets meer energie dan de afgelopen dagen. Já, today is a good day.

 

Opgewekt loop ik het ziekenhuis binnen, waar ik voor het eerst een léúke afspraak heb - met een plastisch chirurg. Al weken kijk ik reikhalzend uit naar deze meeting. Nu de hete adem van de dood even uit mijn nek is wil ik de sporen van kanker graag zoveel mogelijk uitwissen. Ik vind mijn spiegelbeeld confronterend.

 

Toen ik online opbiechtte mijn oude voorgevel te missen, schreef een volger: ,,Waar maak je je druk om? Je lééft. Wees dankbaar.” Ik snap het. In het licht van de dood is een misvormde borst níks. En ik bén dankbaar voor mijn kans om dit te overleven. Maar die borst doet me verdriet. Dus als er iets aan te doen valt, dan ga ik daarvoor.

 

Ik ben optimistisch. Tijdens een controle-afspraak zei mijn oncologisch chirurg dat ik een geschikte kandidaat ben voor lipofilling: een borstreconstructie met eigen vetweefsel. Een relatief simpele ingreep.

 

 

Symmetrische borsten:


„Ik zal eens even kijken,” zegt plastisch chirurg S. - als ik mijn verhaal heb gedaan.

 

Koude vingers betasten mijn borst, die vol vocht, bobbels en deuken zit - en nog altijd pijnlijk is van de bestralingsschade.

 

„Aha. Hm, hm…” humt de dokter.

 

„Trek je shirt maar weer aan.”

 

Dokter S. gaat zitten. Ik neem plaats tegenover hem.

 

„Door de operatie en de bestraling zijn je borsten nogal ongelijk geworden. En het weefsel in het behandelde gebied is erg beschadigd. Ik ben bang dat een reconstructie met lipofilling niet voor het gewenste effect zal zorgen. De kans op verbetering schat ik op niet meer dan tien procent.”

 

Bám. Met grote ogen kijk ik de arts aan. Oké. Slik.

 

„Maar ik zie wel een andere mogelijkheid.” Hij laat even een stilte vallen.

 

„Ik kan een borstreconstructie doen met de ‘rugspiermethode’. Dan haal ik een spier uit je rug en plaats die aan de onderkant van je borst. Dan heb je straks weer symmetrische borsten.”

 

Hij draait het scherm van zijn computer mijn kant op en wijst naar een foto van een grote borst die eruitziet alsof een haai er een hap uit heeft genomen.

 

„Dit is vóór de operatie.”

 

Hij klikt met zijn muis en er verschijnt een nieuwe afbeelding op zijn scherm.

 

„En dít is erna. Kijk, weer volledig symmetrisch!”

 

„Eh oké…” Ik knik langzaam, terwijl ik naar het plaatje staar. Over de borst loopt een litteken als een snelweg.

 

„Uhm…” begin ik aarzelend. Ik zoek naar de juiste woorden. Eigenlijk wil ik zeggen: „What the fuck gap… dit ziet er gruwelijk uit. Erger dan asymmetrisch.”

 

„Als ik het goed begrijp snij je dus een soort halve mango uit mijn rug, en die naai je aan de onderkant van mijn borst?” vraag ik.

 

Dokter S. knikt.

 

„De operatie duurt een uur of zes. Je moet waarschijnlijk een paar dagen in het ziekenhuis blijven en de hersteltijd is ongeveer twee maanden.”

 

Pffff.

 

„En zo zal je rug eruitzien.”

 

„Holy shít,” mompel ik geschrokken.

 

„We kunnen eventueel ook weefsel uit je dijbeen transplanteren,” zegt dokter S..

 

Duizelig sta ik op. Mijn hoofd tolt.

 

Weg hier. En snel een beetje. Typisch geval ‘van de regen in de drup’, dit.

 

Haastig schud ik de hand van dokter S. „Dank u…” zeg ik.

 

Terwijl ik naar de uitgang loop, bel ik mijn moeder. Pas nu mijn hoop vervlogen is, realiseer ik me hoe hoog mijn verwachtingen waren. Kutzooi. Tranen branden in mijn ogen.

 

„Het wordt niks! Ze moeten een deel van mijn been amputeren om er een borst van te maken,” snik ik als ze opneemt.

 

„Wát moeten ze?” vraagt ze geschokt.

 

„Oh nee. Uh… Transplanteren, niet amputeren…” hakkel ik.

 

We lachen samen - ik door mijn tranen heen.

 

Dan haal ik diep adem. „Mama, ik wil er niet de rest van mijn leven zo uitzien…”

 

En zoals altijd vindt mijn moeder precies de juiste woorden. Ze probeert me niet op te vrolijken met dooddoeners. Zij snapt hoe belangrijk een borst is voor een jonge vrouw, voor een vróúw.

 

„Nee, natuurlijk wil je dat niet. Wat is dit klote, lieverd.”

 

 

 

Bron: www.telegraaf.nl