Immunotherapie bij kanker: zoeken naar balans.

17-07-2025 14:51

 

 

 

 

Rik Verheijden en Mick van Eijs

 

 

 

Immunotherapie helpt het afweersysteem om kankercellen aan te vallen, maar deze medicijnen kunnen ook ernstige bijwerkingen veroorzaken. In hun promotieonderzoek bestudeerden arts-onderzoekers Rik Verheijden en Mick van Eijs (beiden UMC Utrecht) hoe deze bijwerkingen ontstaan, en hoe ze het beste behandeld kunnen worden. Hun belangrijkste boodschap: het is belangrijk om de behandeling goed af te stemmen op de patiënt, en voorzichtig te zijn met medicijnen die het afweersysteem onderdrukken.

 

Immunotherapie met zogenaamde 'checkpointremmers' helpt het afweersysteem om kankercellen aan te vallen. Deze behandeling kan bij sommige patiënten zorgen voor langdurige controle van de ziekte, soms zelfs na het stoppen van de therapie. Dat is veelbelovend. Maar er is ook een keerzijde: het afweersysteem kan overactief worden en gezonde delen van het lichaam aanvallen. Dit kan leiden tot ernstige bijwerkingen, zoals huiduitslag, diarree, longontsteking, leverontsteking of problemen met de schildklier. 

 

 

Wat hebben ze onderzocht?

 

Rik Verheijden (Afdeling Medische Oncologie, UMC Utrecht) keek in zijn onderzoek naar de invloed van afweer onderdrukkende medicijnen, zoals prednison, die worden ingezet bij ernstige bijwerkingen van immunotherapie. Hij ontdekte dat patiënten die vóór hun behandeling lichamelijk actiever waren, minder last hadden van bijwerkingen en gemiddeld langer leefden. Ook zag hij dat de samenstelling van darmbacteriën (het ‘microbioom’) invloed heeft op de ernst van de bijwerkingen.

 

Mick van Eijs (Centrum voor Translationele Immunologie, UMC Utrecht) onderzocht hoe het afweersysteem precies reageert bij verschillende soorten immunotherapie. Hij vond dat elke behandeling een andere reactie van het afweersysteem oproept. Dat helpt om beter te begrijpen waarom sommige patiënten bepaalde bijwerkingen krijgen.

 

 

Voorzichtig met prednison:

Beide onderzoekers benadrukken dat medicijnen zoals prednison nodig zijn om ernstige bijwerkingen te behandelen, maar dat deze ook een nadeel kunnen hebben: ze kunnen het effect van de immunotherapie verminderen. Hoge doses prednison kunnen de kans op succes van de behandeling verkleinen. 

 

 

Naar een behandeling op maat:

De onderzoekers pleiten voor een meer persoonlijke aanpak van immunotherapie. Daarbij wordt gekeken naar factoren zoals de lichamelijke conditie van de patiënt, de werking van het afweersysteem en het microbioom. Op basis daarvan kan een behandelschema worden opgesteld dat de balans zoekt tussen het bestrijden van bijwerkingen én het behouden van het effect van de immunotherapie. 

 

 

Dubbelpromotie:

Rik Jasper Verheijden (1997, Oss) promoveerde op 8 juli 2025 cum laude aan de Universiteit Utrecht. De titel van zijn proefschrift is “Balancing efficacy and toxicity of immune checkpoint inhibitors”. Zijn promotoren waren prof. Karijn Suijkerbuijk (afdeling Medische Oncologie, UMC Utrecht) en prof. Anne May (afdeling Epidemiologie en Gezondheidseconomie, UMC Utrecht). Rik wil in de toekomst internist-oncoloog worden en onderzoek combineren met de zorg voor patiënten.

 

Mick Jan Maria van Eijs (1994, Susteren) promoveerde op 14 juli 2025 aan de Universiteit Utrecht. Zijn proefschrift heeft de titel “Giving color to immune checkpoint inhibition’s darker side – On mechanisms and management of immune-related adverse events”. Zijn promotoren waren prof. Karijn Suijkerbuijk (afdeling Medische Oncologie, UMC Utrecht) en prof. Femke van Wijk (Centrum voor Translationele Immunologie, UMC Utrecht). Mick werkt momenteel als arts-assistent niet-in-opleiding-tot-specialist (ANIOS) interne geneeskunde in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Hij wil zich verder ontwikkelen tot internist en translationeel onderzoeker.

 

 

 

Bron: www.umcutrecht.nl/nieuws