Invoering kunstmatige intelligentie bij borstkankeronderzoek duurt nog zeker drie jaar.
Merel Stikkelorum - redacteur Binnenland
Kunstmatige intelligentie (AI) levert veel op voor het bevolkingsonderzoek borstkanker. Toch duurt het nog minimaal drie jaar voordat het daarvoor gebruikt gaat worden, blijkt uit een brief van minister van Volksgezondheid Jan Anthonie Bruijn. De borstkankerpatiëntenvereniging vindt die termijn te lang.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat AI helpt om eerder en sneller tumoren te vinden bij het bevolkingsonderzoek. Bovendien is er nog maar één radioloog nodig in plaats van twee om de mammografieën (röntgenfoto's) te analyseren.
Onderzoeker en radioloog bij het Radboud UMC en het Antoni van Leeuwenhoek Ritse Mann publiceerde recent nog onderzoek waaruit blijkt dat dit ook in Nederland geldt. "We vinden meer terwijl het minder werk kost", vat hij de bevindingen samen.
Vroege opsporing bij borstkanker is belangrijk, omdat dat kan betekenen dat de behandeling minder zwaar is en de kans op genezing groter.
Knobbel:
Het is niet alleen van belang voor het bevolkingsonderzoek, maar ook voor vrouwen die met een verdachte plek naar de huisarts gaan.
"Er is nu best een tekort aan radiologen die gespecialiseerd zijn in borstkanker. In principe zou je, als je vandaag naar de huisarts gaat omdat je een knobbel voelt, de volgende dag naar het ziekenhuis moeten kunnen om dat te laten onderzoeken. Nu loopt de wachtlijst in het westen van het land soms op tot drie of vier weken."
Bevolkingsonderzoek borstkanker:
In Nederland krijgt 1 op de 7 vrouwen borstkanker. Vrouwen in de leeftijd van 50 tot 75 jaar kunnen deelnemen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker.
Vanwege tekort aan personeel worden vrouwen gemiddeld om de 2,5 jaar uitgenodigd in plaats van om de 2 jaar.
Doel van het bevolkingsonderzoek is om borstkanker zo vroeg mogelijk op te sporen zodat de behandeling minder zwaar is en de kans op genezing groter.
Jaarlijks overlijden meer dan 3000 vrouwen aan borstkanker.
In landen als Zweden en Denemarken wordt kunstmatige intelligentie al ingezet bij het bevolkingsonderzoek borstkanker. In Nederland duurt het dus nog minimaal tot het derde kwartaal van 2028.
Het grootste deel van die periode gaat op aan de Europese aanbesteding, waarbij wordt besloten met welk bedrijf in zee wordt gegaan, zegt Patricia Hugen, programmamanager bevolkingsonderzoeken bij het RIVM. "Dat is een lang traject van twee jaar."
Als de overheid diensten wil inkopen boven een bepaald bedrag, dan moet er een opdracht worden uitgeschreven waar bedrijven zich vervolgens voor kunnen inschrijven, om de beste dienst voor de beste prijs te krijgen.
Keuzes over AI:
Verder moet bepaald worden welke rol AI gaat spelen in de screening. "Daar moeten we keuzes in maken: laat je bijvoorbeeld AI zelf bevindingen doen ter vervanging van één van de twee radiologen die nu nog beoordelen, of zet je het als hulpmiddel in." Ook moeten de radiologen in het gebruik van AI getraind worden.
Volgens Hugen kan niet zomaar het Deense of Zweedse model gekopieerd worden om de invoering te versnellen. "We willen echt naar de Nederlandse situatie kijken. Hier hebben we bijvoorbeeld een laag verwijspercentage voor vervolgonderzoek om te kijken of er inderdaad sprake is van borstkanker; dat willen we graag zo houden."
Hoe groot de kans is dat het over drie jaar is ingevoerd, kan Hugen niet zeggen. "Dat is onzeker. Het hangt van best veel dingen af of het gaat lukken."
Radioloog Ritse Mann heeft goede hoop dat 2028 gehaald wordt. "De druk om AI te gebruiken wordt steeds groter. Het is moeilijk uit te leggen dat we het nu nog niet doen. De kosten zijn lager en de kwaliteit wordt beter."
Borstkanker Vereniging Nederland (BVN) is "niet heel blij" dat het op zijn vroegst over drie jaar wordt ingevoerd. "We krijgen bij het bevolkingsonderzoek te maken met de wet van de remmende voorsprong", zegt Cristina Guerrero Paez, directeur van de patiëntenvereniging.
"We hebben in Nederland een enorm gedegen landelijk systeem ingericht. De keerzijde daarvan is dat het niet makkelijk aan te passen is."
Bron: www.nos.nl