Inzet van dexrazoxaan biedt bescherming tegen hartschade als gevolg van chemotherapie.
Auteur: Willem van Altena - ntvo.nl
Onderzoekers van UMC Utrecht hebben aangetoond dat het bestaande medicijn dexrazoxaan het hartweefsel effectief beschermt tegen de schadelijke bijwerkingen van chemotherapie met doxorubicine. Dit biedt hoop voor duizenden kankerpatiënten die nu nog risico lopen op hartfalen door hun behandeling. De bevindingen zijn gebaseerd op experimenten met levende menselijke hartplakjes en klinische data, en zijn gepubliceerd in een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift. Het onderzoek onderstreept het belang van preventieve hartbescherming bij kankerbehandeling, hartschade, chemotherapie, cardiotoxiciteit en cardio-oncologie.
Het onderzoek werd geleid door prof. dr. Linda van Laake, werkzaam bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht), Nederland. De resultaten zijn onlangs gepubliceerd in het British Journal of Pharmacology. De studie maakt deel uit van een bredere onderzoekslijn naar hartschade door chemotherapie, waarbij de Hartstichting en KWF samenwerken.
Levende hartplakjes:
Voor het onderzoek werden levende hartplakjes (living myocardial slices) gebruikt, afkomstig van patiënten met ernstig hartfalen. Deze plakjes werden in het laboratorium blootgesteld aan doxorubicine, een veelgebruikt chemotherapiemiddel uit de anthracyclinen-groep. Bij sommige plakjes trad ernstige schade op: de contractiele functie nam sterk af, de structuur van het hartweefsel raakte beschadigd en het elektrische ritme werd verstoord. Deze effecten waren minder uitgesproken bij plakjes die preventief met dexrazoxaan werden behandeld. Dexrazoxaan bleek het hartweefsel beter te laten functioneren en structurele schade te beperken.
Diffuus grootcellig B-cellymfoom:
Ongeveer 10% van de kankerpatiënten die chemotherapie met anthracyclinen ondergaan, ontwikkelt uiteindelijk hartfalen. Dit komt overeen met circa 1500 mensen per jaar in Nederland met alleen al diffuus grootcellig B-cellymfoom, de meest voorkomende vorm van lymfeklierkanker. De onderzoekers constateerden dat patiënten met een erfelijke aanleg voor hartziekten extra gevoelig zijn voor cardiotoxiciteit. Dit pleit voor genetische screening en vroege hartmonitoring, vooral bij patiënten met een voorgeschiedenis van hartziekten in de familie.
Studieopzet en bevindingen:
De studie combineerde preklinisch onderzoek met menselijke hartplakjes en klinische data van patiënten die anthracyclinen kregen. De hartplakjes werden blootgesteld aan doxorubicine, met of zonder voorbehandeling met dexrazoxaan. Primaire eindpunten waren contractiele functie, structurele integriteit en elektrofysiologische parameters. Secundaire eindpunten betroffen metabole activiteit en transcriptomische veranderingen. In de klinische arm werden ECG-afwijkingen gemonitord bij patiënten die anthracyclinen kregen. De resultaten toonden aan dat dexrazoxaan de contractiele functie en structurele integriteit van het hartweefsel beschermt, zelfs bij plakjes afkomstig van patiënten met eindstadium hartfalen. ECG-afwijkingen bij patiënten bevestigden de variabele gevoeligheid voor cardiotoxiciteit, afhankelijk van genetische achtergrond.
Toepassing en vervolgonderzoek:
De bevindingen kunnen leiden tot een breder en preventief gebruik van dexrazoxaan bij kankerpatiënten die chemotherapie met anthracyclinen ondergaan. Momenteel wordt het middel slechts sporadisch ingezet bij patiënten die al een hoge dosis doxorubicine hebben gekregen. Het lopende vervolgonderzoek, waarbij 25 Nederlandse ziekenhuizen betrokken zijn, richt zich op patiënten met lymfeklierkanker. Indien succesvol, kan dexrazoxaan mogelijk ook worden ingezet bij andere kankersoorten, zoals borstkanker en acute leukemie. Dit zou een grote groep kankerpatiënten beschermen tegen hartfalen en de kwaliteit van leven aanzienlijk verbeteren.
Bron: www.ntvo.nl