Jolanda (53): ‘Je moet nu leven en niet later. Later is eerder dan je denkt.’
Jolanda’s leven stond van de ene op de andere dag op z’n kop toen ze wakker werd in een plas bloed. Wat begon als een ‘horrorfilmachtige’ nacht, eindigde in de diagnose baarmoederkanker. Terwijl ze alles regelde voor anderen, vergat ze zichzelf. Tot de emoties haar alsnog inhaalden.
Horrorfilm:
Na een gezellig avondje uit met vrienden gaan Jolanda en haar man lekker slapen. Na een tijdje wordt Jolanda wakker in een enorme plas bloed, het gutste eruit. Jolanda was wel aan het menstrueren, maar dit was meer dan zomaar een heftige menstruatie. Het heftige bloeden bleef aanhouden en ze verloor ook forse bloedstolsels. ‘Ik dacht: hoe kom ik de nacht door?Het leek wel een horrorfilm met zoveel bloed.’ De volgende ochtend bezoekt ze de huisarts, ze denken beide dat Jolanda een vleesboom heeft. Er volgt een bloedonderzoek, Jolanda krijgt tabletten om het bloeden te stoppen en er wordt een spoedecho aangevraagd. Het bloeden stopt niet, ze wordt steeds zwakker: ‘Ik kon niet meer functioneren. Ik zag grauwer en grauwer en kon bijna niet meer op mijn benen staan. Het was afschuwelijk.’
Nu moet ik opletten:
Een week na haar bezoek aan de huisarts krijgt Jolanda een spoedecho. Wanneer ze vraagt of ze naar een vleesboom kijken, blijft de echoscopist vaag: ‘Het zou een vleesboom kunnen zijn, maar u moet wel naar de gynaecoloog.’ Jolanda gaat alleen, nog in de veronderstelling dat het iets onschuldigs is. Het onderzoek blijkt pijnlijk, vooral het biopt is nauwelijks te verdragen: ‘Ik had het gevoel dat ik door het plafond ging.’ De arts in opleiding zegt: ‘Een vleesboom is het zeker niet, in het gunstigste geval is het een poliep.’ Jolanda, zelf jarenlang doktersassistente, voelt dat het mis is. ‘Nu moet ik op gaan letten,’ denkt ze. Twee gynaecologen onderzoeken haar verder. Ze hoort: ‘Het is al zelfvoorzienend, hier zit een eigen bloedvat.’ ‘Toen wist ik het, het is fout. Dat is wel even schrikken.’ Ze krijgt te horen dat ze ernstig rekening moet houden met baarmoederkanker. ‘Wat dit ook is, het moet er sowieso uit.’
Geen tijd voor kanker:
De uitslag van het biopt wijst uit dat het inderdaad om baarmoederkanker gaat. ‘Wat ik voelde is niet te omschrijven. De eerste schrik had ik natuurlijk in het ziekenhuis al gehad. Ik dacht vooral: dit kan toch niet bij mij, baarmoederkanker is toch iets voor oudere dames.’ Na even terneergeslagen te zijn geweest schiet Jolanda in de survivalmodus. Ze heeft een man, drie honden en een drukke baan. Daarnaast hebben zij en haar man haar moeder in huis genomen. Jolanda’s moeder heeft na een paar herseninfarcten vasculaire dementie ontwikkeld. ‘Ik dacht vooral: "hoe moet dan nou met mijn moeder, waar moet ik haar naar toe brengen?" Ik ging alles voor anderen regelen, maar de zorg voor mezelf kwam achteraan. Ik had geen tijd om na te denken wat deze uitslag voor mij betekende. Ik wist niet hoe ik er mee om moest gaan. Ik had geen tijd voor kanker, maar je moet natuurlijk wel.’
Een beetje kanker:
Er volgt een operatie, waarbij de baarmoedermond, baarmoeder, eileiders en eierstokken verwijderd worden. ‘Toen ik terug kwam op de kamer, voelde ik zo’n opluchting dat alles eruit was.’ Jolanda heeft geen nabehandelingen nodig en noemt het zelf "maar een beetje kanker". ‘Ik vond dat ik me daarom niet aan mocht stellen.’ Na de operatie kwamen alle emoties eruit. ‘Je ziet in je dossier in één zin je eigen naam en het woord carcinoom staan. Het staat er zwart op wit. Dat vond ik lastig om mee om te gaan. Ik werd er verdrietig van.’ Het onzekerheidszaadje is geplant, het komt op sommige momenten bij Jolanda naar boven. Vanuit het ziekenhuis kreeg ze steeds vragenlijsten toe gemaild over haar gevoelens. Naar aanleiding van de antwoorden op de vragen, kreeg ze een telefoontje of het wel goed met haar ging. ‘Ik deed te veel alsof het voorbij was. Ik dacht vooral laat mij met rust, ik kan het zelf wel. Ik kon daar niet zo goed een weg in vinden’ Er volgt een uitnodiging van het ziekenhuis. Vanaf het moment dat ze tegenover de verpleegkundige gaat zitten komen de tranen. ‘De waterlanders vlogen alle kanten op, ik heb een heel uur gehuild.’ Ondanks haar overtuiging dat ze het wel alleen kon, ervaart ze nu hoe fijn het is dat ze er niet alleen voor staat.
Vriendschap:
Dit besef wordt versterkt door de realisatie, dat juist wanneer je het het meeste nodig hebt, degene die het hardst roepen dat ze er voor je zijn, niet altijd aanwezig zijn. ‘Mensen die het hardste riepen: "We helpen jou er doorheen en je hoeft het niet alleen te doen", daar hoor je niets van.’ Jolanda geeft aan niet te verwachten dat mensen iedere dag op de stoep staan, maar een telefoontje om te vragen hoe het is, is maar een kleine moeite. ‘Mag je dat verwachten van mensen die je goed kent? Ik denk eigenlijk van wel, daarom heb ik ook een schifting gemaakt in vrienden.’ Tegelijkertijd zijn er ook nieuwe waardevolle vriendschappen ontstaan.
Later is eerder dan je denkt:
Al deze ervaringen hebben Jolanda doen inzien hoe belangrijk het is om in het moment te leven. Jolanda’s vader is al vroeg overleden. 'Hij zei altijd: "Je moet nu leven, en niet later. Later is eerder dan je denkt."' Ik deed dat al, maar nu heb ik dat nog sterker dan voorheen. Als ik iets wil doen dan doe ik het gewoon, ook al is het spannend. Ik probeer geen beren op de weg te zien en altijd positief te zijn.’
Ze vertelt dat positiviteit haar geholpen heeft en dat dat goed is voor het herstel en je mentale conditie. Natuurlijk zijn er ondanks alle positiviteit ook angsten en onzekerheden. Jolanda beschrijft hoe kort voor haar jaarcontrole een lotgenoot te horen had gekregen dat de kanker terug was. ‘Met die optie had ik geen rekening gehouden. Ik had ineens een angst die ik niet uit kon schakelen. Ik heb het maar laten komen en de volgende dag ben ik weer door gegaan.’ Gelukkig was de uitslag goed.
Olijf:
De periode rondom haar ziekte bracht veel spanning en onzekerheid met zich mee. Bij Olijf vond ze herkenning, steun en verhalen die haar hoop gaven. ‘Ik zocht lotgenotenverhalen en vond op Olijf ook positieve verhalen, dat vond ik prettig, het gaf mij moed. Ik zeg niet dat het allemaal makkelijk is, maar het hoeft niet allemaal horror te zijn. Naast positiviteit wil ze aan andere vrouwen meegeven dat als mensen hulp aanreiken dat ze het dan ook moeten aannemen. Jolanda ziet haar toekomst heel positief: ‘Ik denk dat goed komt. Over vijf jaar kijk ik erop terug dat het een rotperiode was, maar dat ik er nog steeds ben.’
Jolanda vertelde haar verhaal in mei 2025. Inmiddels kunnen er veranderingen in haar gezondheid zijn opgetreden.