Nieuwe behandelingen van vroegstadium-kanker in basispakket mogelijk onnodig of te langdurig.

07-10-2025 17:46

 

 

Auteur: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky.

 

 

 

 

 

 

 

Steeds meer kankerpatiënten in een vroeg stadium krijgen extra medicijnen rondom een operatie. Deze neoadjuvante (voor de operatie) en adjuvante (na de operatie) behandelingen omvatten chemotherapie, doelgerichte therapie of immuuntherapie. Het doel is de overlevingskansen te vergroten, maar bij veel patiënten blijkt het effect beperkt. Volgens Zorginstituut Nederland leidt dit soms tot onnodige behandeling en bijwerkingen die de kwaliteit van leven aantasten. Dit meldt Zorginstituut Nederland.

 

“De vraag of we als samenleving veel mensen extra willen behandelen terwijl het maar bij een klein aantal nut heeft, is een groot dilemma in de zorg”, zegt voorzitter Mark Janssen. “We willen dat patiënten die baat hebben bij een behandeling deze snel kunnen krijgen. En tegelijkertijd voorkomen dat patiënten bij wie dit niet het geval is, onnodig zware medicatie krijgen, met het risico op ernstige bijwerkingen.”

 

 

Langetermijneffecten onbekend:

Uit onderzoek blijkt dat bij toelating van veel nieuwe medicijnen vaak alleen tussentijdse resultaten beschikbaar zijn. Langetermijneffecten op overleving en kwaliteit van leven zijn vaak nog onbekend. Hierdoor krijgen mensen mogelijk onnodig of te lange behandelingen die juist een nadelige impact hebben op de kwaliteit van iemands leven. Er is zelfs risico op levenslange bijwerkingen. Daarnaast ervaren zorgverleners extra druk door de behandelingen zijn ze ook nog eens flink duur.

 

 

Overlevingswinst aantonen:

Het Zorginstituut doet daarom concrete aanbevelingen. Fabrikanten moeten bij elke indicatie aantonen dat hun medicijn overlevingswinst oplevert. Na toelating moeten volledige data alsnog worden beoordeeld, zodat medicatie eventueel opnieuw kan worden geëvalueerd voor vergoeding. Daarnaast vraagt het Zorginstituut dat effecten van behandelingen vóór en na operaties apart onderzocht worden. Zo kan beter worden bepaald welke patiënten echt baat hebben bij aanvullende therapie.

 

Ook pleit het Zorginstituut voor meer doelmatigheidsonderzoeken: hoe lang moet een behandeling duren, wat is de optimale dosering en welke patiënten profiteren het meest? Tot slot moet informatie over (neo)adjuvante behandelingen aan patiënten en hun naasten beter worden aangeboden, zodat zij samen met hun zorgverlener een afgewogen beslissing kunnen maken.

 

 

 

Bron: www.nationalezorggids.nl