Nieuwe studie geeft richting aan inzet chemotherapie bij uitzaaiingen van dikkedarmkanker.
Het Catharina Ziekenhuis heeft op het grootste oncologiecongres ter wereld (ASCO in Chicago) de resultaten gepresenteerd van de CAIRO 6-studie, een grootschalig internationaal onderzoek naar dikkedarmkanker met uitzaaiingen naar het buikvlies. De uitkomsten geven voor het eerst aanwijzingen welke patiënten wél baat hebben bij chemotherapie voorafgaand aan een HIPEC-operatie — en wie juist niet. Dat kan wereldwijd invloed krijgen op behandelrichtlijnen.
“De resultaten laten zien dat chemotherapie rondom de operatie de overleving van de hele groep patiënten niet verlengt”, zegt professor en oncologisch chirurg Ignace De Hingh, die het onderzoek leidde. “Maar bij een specifieke groep, namelijk patiënten met een rechtszijdige tumor, zagen we in een subgroepanalyse dat chemotherapie rondom de operatie wél in een langere overleving lijkt te resulteren. Bij patiënten met een linkszijdige tumor werd dat effect niet gevonden.”
Wel zagen prof. dr. De Hingh en zijn collega-onderzoekers na behandeling met chemotherapie bij alle patiënten een langere periode zonder terugkeer van de ziekte. “Dat geeft patiënten extra tijd zonder dat ze ziek zijn”, aldus de chirurg. “En mogelijk ook minder ingrijpende vervolgbehandelingen.”
We weten nu beter wie we chemotherapie moeten besparen, en bij wie het mogelijk wel zinvol is. Dat helpt om wereldwijd gerichter te behandelen
Grootste studie ter wereld:
De CAIRO6-studie volgde 358 patiënten uit tien ziekenhuizen – negen in Nederland en één in België – over een periode van negen jaar. Het is daarmee de grootste studie ter wereld bij deze patiëntengroep. Het onderzoek werd opgezet en gecoördineerd vanuit het Catharina Ziekenhuis en mede mogelijk gemaakt door subsidies van het KWF en het Catharina Onderzoeksfonds.
Patiënten met dikkedarmkanker die is uitgezaaid naar het buikvlies krijgen vaak een HIPEC-operatie: een combinatie van operatief verwijderen van tumoren en een spoeling met verwarmde chemotherapie. Of vooraf chemotherapie toedienen daarbij helpt, was tot nu toe onduidelijk. “In sommige landen deden ze het standaard, in andere – zoals Nederland – juist niet”, legt De Hingh uit. “Dat kwam vooral doordat het wetenschappelijk bewijs ontbrak.”
Volgens hem zal de studie bijdragen aan betere behandelkeuzes. “We weten nu beter wie we chemotherapie moeten besparen, en bij wie het mogelijk wel zinvol is. Dat helpt om wereldwijd gerichter te behandelen.”
Het is daarmee een voorbeeld van de goede samenwerking tussen ziekenhuizen en specialisten die wij in Nederland op onderzoeksgebied hebben. In het buitenland wordt er vaak met jaloezie naar gekeken

Universiteiten over de hele wereld:
De presentatie op ASCO werd geselecteerd als een van de ‘Best Abstracts’. “Dat betekent dat ik de presentatie in de grootste zaal van ASCO (met 4200 toeschouwers) mocht doen. Daarnaast werd het live gestreamd naar veel universiteiten over de hele wereld. Een grote eer”, vertelt De Hingh. “En bijzonder dat een niet-academisch ziekenhuis als het onze zo’n zichtbare rol kan spelen. Het is daarmee een voorbeeld van de goede samenwerking tussen ziekenhuizen en specialisten die wij in Nederland op onderzoeksgebied hebben. Dat is voor ons in Nederland misschien vanzelfsprekend, maar in het buitenland wordt er vaak met jaloezie naar gekeken.”
De volledige studie wordt later dit jaar gepubliceerd in een internationaal wetenschappelijk tijdschrift.
De deelnemende ziekenhuizen naast het Catharina Ziekenhuis waren Amsterdam UMC, UMC Utrecht, Erasmus MC, Antoni van Leeuwenhoek, Radboudumc, UMCG, St. Antonius Ziekenhuis, Medisch Spectrum Twente en het Ziekenhuis Oost-Limburg (Genk).
Bekijk hier een uitlegvideo over CAIRO 6 van enkele jaren geleden.
Bron: www.catharinaziekenhuis.nl