Positief effect bevolkingsonderzoek voor darmkankerpatiënten met uitzaaiingen in het buikvlies.
Het bevolkingsonderzoek darmkanker helpt niet alleen bij het vroeg opsporen en voorkomen van de ziekte, maar blijkt ook een positief effect te hebben op patiënten bij wie uit het onderzoek blijkt dat de kanker al is uitgezaaid naar het buikvlies. Zo kreeg 28 procent van de patiënten die via het bevolkingsonderzoek die diagnose kreeg nog een behandeling met genezing als doel. Bij patiënten die de diagnose kregen die nooit aan het onderzoek meededen, was dat 14 procent. Dit blijkt uit onderzoek van Laskarina Galanos van het Catharina Ziekenhuis, in samenwerking met de Nederlandse Kankerregistratie (INKL).
Darmkanker die zich verspreidt naar het buikvlies, is moeilijk te behandelen en gaat vaak gepaard met een slechte prognose. Ongeveer tien procent van de darmkankerpatiënten krijgt te maken met deze vorm van uitzaaiingen. Toch toont het onderzoek aan dat het bevolkingsonderzoek ervoor zorgt dat minder patiënten met deze gevorderde vorm van darmkanker worden gediagnosticeerd.
Sinds de invoering van het bevolkingsonderzoek is het aantal nieuwe patiënten met uitzaaiingen naar het buikvlies met 2,2 procent per jaar afgenomen. Dit betekent dat de screening niet alleen helpt bij vroeg opsporen van darmkanker, maar ook voorkomt dat de ziekte zich naar een gevorderd stadium ontwikkelt. “Dat komt onder meer omdat mensen vaker deelnemen aan het bevolkingsonderzoek. Tussen twee keer meedoen, heeft de ziekte in veel gevallen niet de tijd om uit te zaaien.”
Meer behandelingsmogelijkheden en een betere overleving:
Een ander belangrijk resultaat van het onderzoek is dat patiënten bij wie de ziekte via het bevolkingsonderzoek werd ontdekt, vaker een behandeling kregen die genezing als doel heeft. Dit in tegenstelling tot patiënten die de diagnose pas kregen toen ze klachten kregen. Zo kreeg 28 procent van de patiënten met uitzaaiingen in het buikvlies die uit het bevolkingsonderzoek werden gehaald een HIPEC-operatie (een specialistische behandeling waarbij tumorweefsel uit de buikholte wordt verwijderd en chemotherapie wordt toegediend)*.
In de groep patiënten die pas na het ontstaan van klachten dezelfde diagnose kreeg, onderging slechts 14 procent deze ingreep. “Mensen die uit het bevolkingsonderzoek naar voren komen, hebben een grotere kans dat er nog iets aan de uitzaaiingen te doen is. Als er al klachten zijn, dan zijn er vaak meer uitzaaiingen en is er in sommige gevallen niks meer aan te doen.”
Langer leven bij diagnose na bevolkginsonderzoek
Daarnaast bleek dat de patiënten die via het bevolkingsonderzoek de diagnose kregen: darmkanker met uitzaaiingen naar het buikvlies, gemiddeld langer overleefden. Twintig maanden in vergelijking met 10,8 maanden bij de patiënten die pas na het ontstaan van klachten werden behandeld.
Een deel van dit positieve effect kan worden verklaard doordat kanker in een vroeger stadium wordt ontdekt, waardoor patiënten langer leven. De onderzoekers hebben hier rekening mee gehouden en bevestigen dat deelname aan het bevolkingsonderzoek nog steeds een duidelijk positief effect heeft op de overleving.
Galanos benadrukt dat het onderzoek aantoont hoe belangrijk het bevolkingsonderzoek is, niet alleen om darmkanker te voorkomen of vroeg op te sporen, maar ook voor patiënten met een gevorderde ziekte. “Tot nu toe richtte het meeste onderzoek zich op de voordelen van screening in het voorkomen en vroeg opsporen van darmkanker. Het maakt ook bij darmkanker in een gevorderd stadium uit of de ziekte eerder, via het bevolkingsonderzoek, of later, dankzij klachten, ontdekt wordt. Dit benadrukt nog maar eens het belang om structureel mee te doen aan het bevolkingsonderzoek.”
*Wat is een HIPEC-operatie?
Een HIPEC-operatie is op dit moment de enige behandeling die een kans op genezing biedt voor darmkankerpatiënten met uitzaaiingen in het buikvlies. Tijdens deze ingreep verwijdert de chirurg al het zichtbare tumorweefsel uit de buikholte. Daarna wordt de buik gespoeld met verwarmde chemotherapie om achtergebleven kankercellen te bestrijden. Dit kan de kans op overleving aanzienlijk verbeteren.
Bron: www.catharinaziekenhuis.nl