Schouderklachten na borstkanker.

Foto: Femke Faber.

Vrouwen die worden behandeld voor borstkanker, kampen na afloop vaak met schouderklachten. De bestraling, als onderdeel van de behandeling, kan het bindweefsel veranderen, het wordt stugger. Dit kan ervoor zorgen dat het schoudergebied pijnlijk wordt en de beweeglijkheid van de schouder vermindert.

Operaties aan de oksel kunnen er ook voor zorgen dat de schouder minder goed gaat bewegen. Denk hierbij aan de schildwachtprocedure, waarbij wordt gekeken of er uitzaaiingen in de okselklieren zitten. De schildwachtklier is de eerst lymfeklier die het lymfevocht uit de tumor opvangt. Worden er geen kankercellen in deze klier gevonden, dan wordt ervan uitgegaan dat de rest van de lymfeklieren in de oksel ook schoon zijn.

Soms is het echter nodig om alle okselklieren te verwijderen, het zogeheten okselkliertoilet. Na deze ingreep is de kans op het ontwikkelen van oedeem in de arm groter. De operatie aan de borst zelf heeft ook invloed op de functie van de schouder. Het littekenweefsel maakt het bindweefsel wat strakker, waardoor het heffen van de schouder minder makkelijk gaat.

Mogelijke klachten die voorkomen tijdens of na de behandeling van borstkanker zijn: verminderde beweeglijkheid van de schouder of arm, pijn in de schouder of arm, krachtvermindering, oedeemvorming of gespannen koorden in de oksel (Axillary Web Syndrome).

Samen met de oedeemtherapeut kunt u deze klachten aanpakken. De behandeling bestaat onder andere uit mobilisatietechnieken en oefeningen die u zelf thuis kunt uitvoeren. Wilt u meer weten neem dan gerust contact met ons op.

Bron: www.sa24.nl/nieuws/column