Tien jaar Hospice Dommelrode: ‘Een bijna-thuis waar het leven wordt afgerond met waardigheid’.
Auteur : Caroline van der Linden - mooirooi.nl/nieuws
Coördinator Ingrid Gevers en huisarts en mede-initiatiefnemer Maurice van Osch.
Sint-Oedenrode - Tien jaar geleden opende in Sint-Oedenrode een bijzondere plek haar deuren: Hospice Dommelrode. Geen klinisch ziekenhuis of zorginstelling, maar een warm huis waar mensen die niet thuis kunnen sterven, toch afscheid kunnen nemen in een liefdevolle en huiselijke omgeving. Een plek waar vrijwilligers, huisartsen, zorgverleners én de gemeenschap samen een droom tot werkelijkheid maakten. Voor het jubileum sprak ik met huisarts en mede-initiatiefnemer Maurice van Osch en coördinator Ingrid Gevers.
Bij aankomst is er meteen sprake van een hartelijk ontvangst en nemen we plaats in de sfeervolle tuin. In verband met een licht overkomend regenbuitje verhuizen we toch naar de woonkamer die smaakvol is ingericht zodat je niet anders kunt dan er een warm gevoel van krijgen. Ik zie de vrijwilligers achter de glazen schuifdeuren in de aangrenzende keuken gezellig in de weer om er te kunnen zijn voor de bewoners, terwijl Maurice aftrapt met een korte terugblik.
Een wens geboren uit compassie:
Het idee voor het hospice begon, zoals veel bijzondere initiatieven, met een wens. Maurice van Osch, destijds huisarts in Sint-Oedenrode, zag steeds vaker dat mensen in hun laatste levensfase niet goed terecht konden. “De zorg thuis liep soms spaak,” vertelt hij. “Niet iedereen heeft een netwerk dat volledige ondersteuning kan bieden, en dan blijven ziekenhuisopnames of overbelaste mantelzorgers als enige opties over. Ik vond: dit moet anders.”
Het idee van een ‘bijna-thuis huis’ begon te rijpen. “Wat als er een plek zou zijn waar mensen kunnen sterven zoals ze geleefd hebben: omringd door warmte, rust en menselijkheid?” Het was een patiënt uit zijn eigen praktijk, die samen met zijn echtgenote hem hielp zijn plan concreet te maken. Zij vroegen expliciet naar zijn ideeën en steunden hem actief in de oprichting.
Samen met een groep betrokkenen, waaronder collega-huisartsen en mensen van de Lions- Club, werd een stichting en een bestuur gevormd. “We waren binnen een paar jaar operationeel. Dat was snel, zeker voor een gemeente van deze omvang,” blikt Maurice met gepaste trots terug.
Vrijwilligershart:
Coördinator Ingrid Gevers sloot in een latere fase aan. Haar persoonlijke ervaring, het verlies van beide ouders in korte tijd, bracht haar op het pad van palliatieve zorg. “Ik wilde iets betekenen in dat laatste stukje. Dat moment van afscheid, dat moet kloppen.” Toen het bestuur iemand zocht die vrijwilligers kon werven en begeleiden, twijfelde ze geen moment.
Ingrid: “Tijdens een eerste informatieavond hadden we al direct dertig aanmeldingen. Mensen voelden zich geraakt, wilden helpen. Vaak hadden ze zelf iets soortgelijks meegemaakt.” Inmiddels zijn er zo’n 100 vrijwilligers betrokken bij het hospice: van zorgvrijwilligers tot tuinmannen, klusteam, bestuursleden en gastheren en -vrouwen.
De diensten zijn bewust vier uur lang, altijd in duo’s. “Zo blijft het overzichtelijk en sta je er nooit alleen voor,” zegt Ingrid. “En belangrijker nog: je bent er niet alleen voor de bewoner, maar ook voor hun naasten. Veel mensen zeggen: ‘Eindelijk kon ik gewoon weer dochter of partner zijn, in plaats van verzorger.’”
Geen instelling, maar een huis:
Wat Hospice Dommelrode uniek maakt, is het karakter van een echt thuis. Dat is meteen voelbaar. Er is geen zorgpersoneel in dienst; Ingrid is de enige betaalde kracht. De medische zorg komt van de huisarts en thuiszorgteam BrabantZorg. “We zijn nadrukkelijk géén ziekenhuis. Alles draait hier om aanwezigheid, om mens zijn met elkaar,” benadrukt Maurice.
Er is plek voor drie bewoners tegelijk. Dat lijkt weinig, maar het houdt het kleinschalig en huiselijk. Het huis, een voormalige gezinswoning, is nauwelijks verbouwd. De drie kamers zijn omgetoverd tot persoonlijke verblijfsruimtes. De rest van het huis ademt rust en geborgenheid. Iedere bewoner behoudt de regie. “We dringen niets op,” zegt Ingrid. “Soms wil iemand juist even geen vrijwilliger in de buurt. Dat kan. We hebben een alarmsysteem, maar verder geldt: wij volgen, niet andersom.”
Ruimte voor wensen:
In tien jaar tijd verbleven ongeveer 250 mensen in het hospice. “Twee derde komt uit Sint-Oedenrode zelf,” vertelt Ingrid. “Dat zegt veel over de verbondenheid.” Er zijn verhalen die blijven hangen: een bewoner die zijn motorfiets in de woonkamer kreeg, een visje van de markt, een laatste dinertje met familie. “Het zit ‘m vaak in de kleine dingen,” zegt Maurice. “Die maken het afscheid warm en menselijk.”
Het werk voor de vrijwilligers is intens, maar waardevol. “Bijna iedereen zegt: ik ga rijker naar huis. Het is een eer om bij dat laatste stukje aanwezig te mogen zijn.” Ingrid benadrukt dat de vrijwilligers goed begeleid worden, met trainingen, intervisieavonden en steun als het emotioneel zwaar is.
Gesteund door het dorp:
Het hospice kan alleen bestaan dankzij donaties en vrijwilligerswerk. Een derde van de financiering komt van bewonersbijdragen en subsidies, maar de rest moet uit giften en sponsoring komen. “We zijn afhankelijk van de gemeenschap,” zegt Maurice. “En gelukkig voelen we ons daarin gedragen. Daar zijn we ontzettend dankbaar voor.”
Lokale ondernemers, bakkers, levensmiddelenzaken, families van overleden bewoners, velen leveren op hun manier een bijdrage. “We krijgen vaak een gift bij een uitvaart, of families organiseren een collecte.” Ook de buren zijn betrokken: “We nodigen ze dit jaar uit voor een kop koffie tijdens de Nationale Burendag.”
Behouden wat goed is:
Tien jaar is een mijlpaal, maar voor Ingrid en Maurice draait het niet om groots vieren. “We willen bescheiden blijven. Onze focus ligt op bestendiging,” zegt Ingrid. “Zorgen dat het hospice blijft bestaan en dat de kwaliteit behouden blijft.”
Daarom kiezen ze bij het vieren van het tienjarig bestaan voor een reeks activiteiten met een intiem karakter: een vrijwilligersavond, een scholingsbijeenkomst voor huisartsen, een verhalenavond met foto-expositie en een jubileumwandeling.
“Het zijn momenten van dankbaarheid en verbinding,” zegt Maurice. “Met iedereen die deze plek mogelijk maakt.”
Ook is er bewustwording nodig voor de toekomst. “De zorg verandert. Subsidies worden onzekerder. Maar wij willen deze plek houden zoals hij is: klein, warm en gedragen door het dorp.”
“Het is een eer hier te mogen zijn”
Terugkijkend is er vooral trots bij deze twee mensen die met hart en ziel verbonden zijn aan deze waardevolle plek. Trots op de tientallen vrijwilligers die jaar in, jaar uit hun tijd geven. Op de families die vertrouwen hebben in het hospice. Op de bewoners die hun laatste dagen hier afronden met waardigheid. “Het is een eer om hier te mogen zijn,” zeggen Ingrid en Maurice. “Elke keer opnieuw.”
En het mooiste compliment?
“Dat mensen zeggen: hier voelde ik me thuis.”
Bron: www.mooirooi.nl