Uitschakelen van fusiegen verandert leukemiecellen.

Onderzoekers hebben aangetoond dat het uitschakelen van een fusiegen bij acute myeloïde leukemie (AML) het kankergedrag van leukemiecellen kan opheffen en ze kan omvormen tot gezondere, meer volwassen bloedcellen. Met behulp van een nieuwe methode om medicijnen toe te dienen, zogenaamde lipide-nanodeeltjes, brachten de onderzoekers succesvol RNA-scharen, zogenaamde siRNA’s, direct in om het fusiegen uit te schakelen in levende cellen van kinderen met dit type kanker. Dit resultaat levert overtuigend bewijs van het principe voor door fusiegenen veroorzaakte kankers in het algemeen, en markeert belangrijke vooruitgang richting nieuwe gerichte behandelingen voor kinderen met AML.
Jaarlijks krijgen zo’n 25 kinderen in Nederland de diagnose acute myeloïde leukemie (AML), een vorm van bloedkanker. De overleving is in de afgelopen decennia flink verbeterd: ruim 70% van de kinderen geneest. Toch kan de chemotherapie die nu gebruikt wordt, op de lange termijn schadelijke bijwerkingen veroorzaken. Daarom zijn mildere, slimmere behandelingen hard nodig.
Bij veel kinderen met AML ontstaat de ziekte door een foutje in het DNA waarbij twee genen aan elkaar plakken: een zogenoemd fusiegen. Zulke fusiegenen stimuleren de kankercellen, en zijn dus interessante doelwitten voor behandeling. Tot nu toe was alleen nog onduidelijk of het uitschakelen van een fusiegen werkt in echte patiëntcellen en wat dat dan doet met de cel.
Cellen met gezond gedrag:
Onderzoekers uit de Heidenreich-groep onderzochten wat er gebeurt als het fusiegen RUNX1::RUNX1T1 wordt uitgeschakeld in leukemiecellen van kinderen met AML. Ze hielden deze cellen, die afkomstig waren uit bloedmonsters van kinderen behandeld in het Prinses Máxima Centrum, wekenlang in leven in het lab. Met de vetdruppeltjes brachten ze siRNA’s in, die het fusiegen ‘stillegden’. Laura Swart, voormalig promovendus en mede-eerste auteur van de studie, ontwikkelde het 'bezorgsysteem'.
Met behulp van single-cell RNA-sequencing ontdekten de onderzoekers dat het uitschakelen van het fusiegen leidde tot twee verschillende soorten cellen. Een deel van de cellen leek op granulocyten, gezonde afweercellen. Een ander deel kreeg een zogenoemde eosinofiele identiteit. Eosinofielen zijn ook afweercellen, die bijvoorbeeld betrokken zijn bij allergieën en het bestrijden van parasieten.
‘Het was spannend om te zien dat het uitschakelen van het fusiegen de leukemiecellen de richting op duwt van normale afweercellen,’ zegt Polina Derevyanko, promovendus en mede-eerste auteur. ‘Tegelijkertijd weten we nog niet genoeg over deze 'gezonde-achtige' cellen. We gaan nu onderzoeken of en hoe deze cellen het risico op terugkeer van de ziekte beïnvloeden.’
Veelbelovend en realistisch:
De resultaten geven een eerste, hoopgevend beeld van de mogelijkheden van siRNA als therapie voor kinderen met AML. De Heidenreich-groep werkt in vervolgonderzoek verder aan het toepasbaar maken van deze nanodeeltjes met siRNA. Hun doel is een behandeling die gerichter en minder schadelijk is voor kinderen met deze vorm van leukemie.
‘Dit is de eerste keer dat we zulke duidelijke effecten zien van het uitschakelen van een fusiegen in patiëntcellen,’ zegt groepsleider Prof. dr. Olaf Heidenreich. ‘Het laat zien hoe krachtig siRNA’s kunnen zijn als gerichte behandeling bij leukemie, en biedt ons een nieuw aanknopingspunt om effectievere therapieën te ontwikkelen voor kinderen met AML.’