Van Neerven-groep onderzoekt eerste veranderingen bij ontstaan kanker.

Dr. Sanne van Neerven is in november gestart als nieuwe onderzoeksgroepsleider in het Prinses Máxima Centrum. Haar onderzoeksgroep richt zich op een belangrijke vraag: wat gebeurt er in de allereerste momenten dat een kankercel ontstaat, en hoe reageert het gezonde weefsel daaromheen? ‘Beter begrip van het ontstaan van kanker bij kinderen leidt hopelijk tot manieren om de ziekte vroeg op te sporen, en beter te behandelen.’
De achtergrond van dr. Sanne van Neerven is in de volwassen oncologie. In Amsterdam en Cambridge deed ze jarenlang onderzoek naar het ontstaan van darmkanker bij volwassenen. Nu brengt ze die kennis naar de wereld van kinderkanker. ‘Het ontstaan van kanker in een groeiend lichaam, in een kind, is een heel ander proces dan het ontstaan van kanker in een volwassene. Ik wil graag begrijpen wat die verschillen zijn en wat we van die verschillen kunnen leren.’
Gezonde cellen als bondgenoot:
In haar nieuwe onderzoeksgroep staat de interactie tussen gezonde en afwijkende cellen, en hun omgeving, centraal. Van Neerven kijkt bijvoorbeeld naar celcompetitie: de ‘wedstrijd’ tussen een afwijkende cel en de gezonde buren. Het lichaam van een kind is volop in ontwikkeling en het immuunsysteem groeit mee. Daardoor kan de omgeving waarin die wedstrijd plaatsvindt heel anders zijn dan bij volwassenen.
Waar veel onderzoek zich richt op wat kankercellen kwaadaardig maakt, kiest Van Neerven juist voor een andere invalshoek. ‘Ik wil ook begrijpen waarom het zo vaak goed gaat: welke verdedigingsmechanismen in ons lichaam zorgen ervoor dat kanker meestal níet ontstaat?’ zegt ze. ‘We staan pas aan het begin van het begrijpen van al die verdedigingsmechanismen. Misschien zitten daar wel aanknopingspunten om kankercellen beter te kunnen tegenhouden.’ Deze kennis kan op termijn ook ideeën opleveren voor nieuwe behandelingen en strategieën voor preventie, door natuurlijke afweermechanismen te versterken in plaats van alleen kankercellen aan te vallen.
Erfelijke aanleg en tweede tumoren:
Een ander belangrijk thema in haar onderzoek is erfelijke kankeraanleg. Erfelijke kankers worden vaak ontdekt in volwassenen, maar kunnen al op veel jongere leeftijd ontstaan. ‘Bij erfelijke kankers weten we welke DNA-fout verantwoordelijk is voor de eerste stappen van de ontwikkeling. Daarom kunnen wij deze specifieke fouten bestuderen in het lab,’ legt Van Neerven uit. ‘En bij mensen met erfelijke aanleg ontstaat wel kanker in het ene orgaan, maar niet in het andere. Hoe kan dat nou? Zoiets fascineert me. Ik wil graag uitpluizen wat de bijdrage van de gezonde cellen, de afwijkende cellen, én hun unieke omgeving is in het ontstaan van kanker.’
Ook zal Van Neerven, met steun van KiKa, onderzoeken waarom sommige kinderen na behandeling een tweede tumor krijgen. Komt dat door schade van de behandeling zelf, of waren er al afwijkende cellen die een groeivoordeel kregen door de behandeling? Door deze vragen te beantwoorden, wil ze bijdragen aan betere en gerichtere behandelingen.
Samenwerken en kennis delen:
Om het ontstaan van kanker ‘live’ te kunnen volgen, doet Van Neerven onder andere onderzoek in muizen. Ze is de komende tijd van plan om de andere groepen in het Máxima te leren kennen. Zo kijkt ze onder andere uit naar samenwerking met de Rios groep, vanwege de geavanceerde beeldvormingstechnieken, en met de Snippert en Kuiper groepen vanwege hun expertise in darmkanker en erfelijkheid.
Na ruim tien jaar onderzoekservaring in de oncologie kijkt Van Neerven ernaar uit om nu echt haar eigen onderzoeksgroep op te bouwen. ‘Ik heb ontzettend veel zin om bij het Máxima te beginnen en me verder te verdiepen in kinderkanker. Er valt voor mij nog heel veel te leren op dit gebied, en ik hoop dat mijn frisse blik en ervaring uit de volwassen oncologie kunnen bijdragen aan nieuwe inzichten en betere behandelingen voor kinderen met kanker.’
Hands-on start:
Van Neerven heeft met wie zij al jaren samenwerkt. In de komende periode hoopt Sanne een PhD-student aan te nemen via KiKa-financiering en wacht zij op de uitslag van meerdere beursaanvragen.
Samenwerking staat centraal in haar plannen: ‘Celcompetitie speelt een rol in veel situaties, van het ontstaan van kanker tot gedrag van cellen tijdens behandeling. Ik wil dat mijn groep actief samenwerkt met andere teams en snel onderdeel wordt van de Máxima-community.’ De komende weken richt zij zich op kennismaking en een hands-on start voor haar team.