Voormalig wethouder Ben Brands (65) vecht tegen uitgezaaide kanker: ‘Je kunt er niets aan doen, het is wat het is’.

28-10-2025 17:50

 

 

Auteur: Maarten van de Rakt - bd.nl/oss

 

 

Voormalig wethouder Ben Brands (65) vecht tegen uitgezaaide kanker: 'Je kunt  er niets aan doen, het is wat het is' | Oss | BD.nl

Ben Brands spreekt in zijn woonkamer in Vught over zijn definitieve afscheid.

Foto: Roel van der Aa.

 

 

 

 

Nu zit er geen engeltje meer op zijn schouder. Het noodlot slaat onverbiddelijk toe voor Vughtenaar Ben Brands (65). Als wethouder diende hij vier gemeenten. Het einde nadert. „Ik weet niet hoe lang ik nog heb, maar ik wil mijn vijfde kleinkind ontmoeten.”

 

Op zijn 66ste stoppen met werken en dan lekker opa spelen en een commissariaatje meepikken. Dat idee zat in het achterhoofd van Vughtenaar Ben Brands, wethouder in Boekel. Maar het is hem niet gegund. Uitzaaiingen van kanker verpulveren zijn toekomstidee.

 

Zes jaar geleden kreeg Brands blaaskanker, een heftige periode. De blaas werd verwijderd en hij kreeg een stoma. Hij slankte af, knapte op, en ging blijmoedig en energiek weer aan de slag als wethouder van Landerd.

 

„Hier had ik niet op gerekend. Controles pakten elke keer goed uit. Nu bleek uit een scan kanker uitgezaaid naar lever en lymfevaten. Ik kijk altijd online op Mijn JBZ naar uitslagen. Die lees ik eerst voor ik naar een afspraak met de specialist ga. Ik wist niet wat ik zag, de grond zakt onder je voeten weg als blijkt dat ze echt niet meer zoveel voor je kunnen doen.”

 

Zes jaar geleden kreeg Brands blaaskanker, een heftige periode. De blaas werd verwijderd en hij kreeg een stoma. Hij slankte af, knapte op, en ging blijmoedig en energiek weer aan de slag als wethouder van Landerd.

 

„Hier had ik niet op gerekend. Controles pakten elke keer goed uit. Nu bleek uit een scan kanker uitgezaaid naar lever en lymfevaten. Ik kijk altijd online op Mijn JBZ naar uitslagen. Die lees ik eerst voor ik naar een afspraak met de specialist ga. Ik wist niet wat ik zag, de grond zakt onder je voeten weg als blijkt dat ze echt niet meer zoveel voor je kunnen doen.”

 

 

Fit en vitaal:

Brands oogt fit en vitaal. Alsof er niks aan de hand is. Geen klachten, geen centje pijn. Wel zat hij vorige maand in de lappenmand, problemen met zijn ogen die langzaam dichtvielen en dubbel zien. Allerlei scans leverden niks op.

 

Een week later bij een halfjaarlijkse controle, zei de uroloog toen hij hoorde van verhoogde ontstekingswaarden: „Dan nemen we geen risico en doen we aan de onderkant ook een scan. Als dat niet gebeurd was, was ik over drie, vier maanden fysiek nog veel verder van huis geweest.”

 

‘Hoe lang heb ik nog?’, wilde Brands graag weten. Kijkend naar de kille statistiek zou dat twee, drie maanden zijn, als je niks doet. „Maar ze weten het gewoon niet. Voor mij een forse tegenvaller.”

 

Voor ‘morgen omvallen’ hoeft-ie niet bang te zijn. „Als ik zo naar je kijk, zal dat wel loslopen”, kreeg Brands te horen. „Je bent 65, je bent nog veel te jong, man, we gaan er iets aan doen. Anders ben je zo klaar.” Hoe en wat, dat hoopt-ie komende week te horen.

 

De Vughtenaar hakte de knoop rap door: hij besloot meteen te stoppen als wethouder in Boekel. Dat mocht van hem ook snel in de publiciteit. Rap zette de gemeente een afscheidsreceptie op poten, aanstaande dinsdag. „Daar houd ik van, een besluit nemen en doorpakken. Daarna ontplofte mijn telefoon. Het regende appjes. Ik kreeg enorm veel warme reacties. Dat doet me goed. Dat helpt wel.”

 

Ze hadden dolgraag nog een periode met hem doorgegaan, daar in Boekel. Volop lof is er voor hem als wethouder, zoals daarvoor ook in Landerd, Maasdonk en Vught. Ze leerden hem overal kennen als een loyaal man, betrokken, benaderbaar, sociaal, aanpakker. Een wethouder die van wanten weet.

 

 

‘Je moet het tij mee hebben’: 


„Ik vind het vak heel leuk. Heb altijd met veel plezier mijn werk gedaan. Ik ben uitermate tevreden, heb het goed gehad. Het contact met inwoners en ondernemers was goed. Dat wordt gewaardeerd en dat krijg je terug. Ik ben een gelukkig mens. In deze levensfase ga je ook terugblikken naar je verdiensten, naar wat je hebt neergezet. Daar kan ik echt van genieten.”

 

Trots somt hij op: de Zuidwand in het centrum van Boekel, het nieuwe dorpshart van Schaijk, Dorpshuis Zeeland, de milieustraat en kringloopwinkel, woningbouw op het terrein van de Frederik Hendrikkazerne in Vught. En hij relativeert een scheutje: „Je moet er ook een beetje geluk bij hebben, het tij mee hebben.”

 

Geboren is Brands in Tilburg. Daar ging hij ook werken in de ziekenzorg, in een verpleeghuis. Daarna volgden bijna 25 jaar bij GGZ-instelling Reinier van Arkel. „Hierachter op een steenworp afstand”, wijst hij. „Werken in de zorg heeft me veel voldoening gebracht.”

 

„Hoe ik van de psychiatrie in de politiek ben gekomen hangt van toevalligheden aan mekaar. Je laat je gezicht eens zien en voor je het weet ben je penningmeester van een politieke partij, vervolgens PvdA-raadslid, fractievoorzitter en wethouder. Dat was allemaal een nieuwe sport voor mij. Ik kreeg de smaak te pakken.”

 

„We hebben altijd in Vught gewoond. Anders was ik Mirion, mijn vrouw, verloren. ‘Je kunt overal wethouder worden, maar ik verhuis niet mee’, zei ze. ‘Dan ga je maar alleen’.” Na Vught werd Brands wethouder in Maasdonk.

 

 

Vijfde kleinkind op komst:

Een sociaal leven in zijn woonplaats? Vaak is-ie gevraagd voor dingen, maar dat was niet te combineren met zijn drukke baan als wethouder. „Dan stuur je aan op vervreemding van je eigen familie. De balans tussen werk en privé heb ik de afgelopen jaren helemaal zoekgemaakt. Ik heb er spijt van dat ik Mirion en onze kinderen tekort heb gedaan. Al heb ik het altijd wel netjes gevraagd, goedkeuring om de volgende klus te gaan doen.”

 

Bang voor de dood, dat is-ie niet. In zijn Vughtse periode kreeg hij een hartinfarct en landde het eerste engeltje op zijn schouder. Het tweede volgde met blaaskanker in de Landerdse tijd. „Ik heb veel geluk gehad. Zo is het leven. Ik kan ook zeggen dat ik heel veel tijd heb gekregen.”

 

„Ik heb altijd gezegd: ik heb niet gezond geleefd, dus ik zal een korter leven hebben. Maar als het zover is, wil je niet dood. De meeste moeite heb ik met de achterblijvers. Al helemaal als je twee zinnen doorvraagt over mijn vier kleinkinderen. Dan komen de emoties er wel uit hoor. Da’s ook niet raar. De vijfde is op komst. „Je legt toch niet het loodje voor maart hè?”, vroeg mijn dochter. Als het aan mij ligt, ben ik er nog.”

 

 

 

 

Bron: www.bd.nl