Waarom meer patiënten borst- dan alvleesklierkanker overleven (en andere verschillen uitgelegd).

01-07-2025 17:39

 

 

Auteur: Ellen van Gaalen - parool.nl/nederland

 

 

Het verschil in overlevingskansen zit hem vooral in hoe snel kankersoorten uitzaaien en hoe ze reageren op behandeling.

Het verschil in overlevingskansen zit hem vooral in hoe snel kankersoorten uitzaaien en hoe ze reageren op behandeling.

Robin van Lonkhuijsen/ANP.

 

 

 

 

Hoewel elk jaar meer kankerpatiënten hun ziekte overleven, profiteert niet iedereen van doorbraken in de medische wetenschap. Want, zo blijkt uit cijfers van kankercentrum IKNL, het maakt uit hoe oud je bent én wat voor soort kanker je krijgt. Oncologisch chirurg Ignace de Hingh legt uit.

 

 

Waardoor overleven elk jaar ongeveer duizend kankerpatiënten méér hun ziekte?

 
 
 
De doorbraken komen vooral van nieuwe medicijnen en therapieën. Dat is bijvoorbeeld bij longkanker te zien. De kans op overleving bleef jarenlang rond de 20 procent hangen, maar schoot de afgelopen tien jaar omhoog naar meer dan 30 procent. “Daar worden echt stappen gezet met doelgerichte therapie,” zegt oncologisch chirurg Ignace de Hingh van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven.
 
 
Wetenschappers zoeken naar oorzaken waardoor normale cellen in kankercellen veranderen. Als ze begrijpen wat er gebeurt, kunnen ze behandelingen maken om in te grijpen of het immuunsysteem aansporen de kankercellen op te ruimen. Dat lukt nu onder meer bij een deel van de longkankerpatiënten.
 
 
 

Waarom hebben oudere kankerpatiënten nog altijd veel slechtere overlevingskansen dan jongeren, ondanks alle medische vooruitgang?

 
 
 
De behandelingen voor kanker kunnen zwaar en belastend zijn. “Bij een bepaalde leeftijd en conditie kun je niet meer van een patiënt verlangen dat die zo’n therapie ondergaat,” legt De Hingh uit.
 

Nieuwe behandelingen, zoals immuuntherapie bij darmkanker, zijn minder belastend en kunnen ook aan oudere patiënten worden aangeboden. Maar een behandeling voor bijvoorbeeld alvleesklierkanker – met chemotherapie, bestraling en een zware operatie – is voor ouderen vaak te belastend.

 
 
Speelt mee dat medicijnen veelal op jonge patiënten worden getest en bij onderzoek niet specifiek naar de beste behandeling voor ouderen wordt gekeken. Bovendien kiest een deel van de ouderen er zelf voor zich niet te laten behandelen.
 
 
 

Hoe komt het dat de overlevingskansen zo enorm verschillen tussen kankersoorten – van 90 procent bij huidkanker tot minder dan 10 procent bij alvleesklierkanker?

 
 
 
Het verschil zit hem vooral in hoe snel kankersoorten uitzaaien en hoe ze reageren op behandeling. Zo is bij huidkanker een enkele operatie vaak al voldoende om een patiënt te genezen. En als huidkanker toch is uitgezaaid zijn er tegenwoordig vaak nog mogelijkheden, bijvoorbeeld met immuuntherapie.
 
 
 
 
Ignace de Hingh is oncologisch chirurg van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven.
 
 
 
 
 
 
 
Bij alvleesklierkanker is de ziekte vaak al uitgezaaid voordat patiënten klachten ervaren. Daardoor is een operatie maar voor een klein aantal patiënten mogelijk. Bovendien is behandeling met medicijnen nog niet erg effectief. De Hingh: “Deze tumorcellen trekken zich terug op plekken waar chemo minder effectief is en het immuunsysteem ze niet herkent. Die zijn heel resistent.”
 
 
 

Uitgezaaide kanker is bijna altijd lastig te behandelen. Hoe komt dat?

 
 
 
 
“Bij uitgezaaide kanker is de ziekte als het ware ontsnapt en moeilijk te behandelen,” zegt De Hingh. Een operatie – vaak de meest effectieve behandeling – is meestal niet meer mogelijk. “Tenzij je maar in één ander orgaan een uitzaaiing hebt.” Artsen moeten dan vooral vertrouwen op medicatie en die was tot voor kort niet erg effectief.
 
 

Toch boeken artsen ook bij uitzaaiingen vooruitgang, zoals bij darmkanker. Het immuunsysteem herkent darmkanker bij 5 procent van de patiënten en wil die opruimen. De kankercellen blokkeren echter die opruimactie, waardoor er niets gebeurt en de kanker kan uitbreiden.

 

Toen onderzoekers dat mechanisme snapten, konden ze een immuuntherapie ontwikkelen. Zo werd zelfs uitgezaaide dikkedarmkanker voor een specifieke groep patiënten te genezen. “Dat was twintig jaar geleden echt ondenkbaar,” zegt De Hingh. Dit geldt ook voor melanomen, nier- en longkanker. Het gaat om tumoren met specifieke dna-afwijkingen waar nieuwe medicijnen op inwerken.

 

 

Is jaarlijks 1 procent méér patiënten die overleven eigenlijk wel genoeg?

 

 

De Hingh is positief over de groeiende overlevingskansen: “Natuurlijk hebben we kanker het liefst morgen nog de wereld uit, maar zo zal het niet gaan.” Hij benadrukt dat al die stapjes nodig zijn. Wat twintig jaar geleden ondenkbaar was, is nu realiteit.

 

Wie weet wat er nog komen gaat, wil hij maar zeggen. Wereldwijd storten wetenschappers zich op meer onderzoek naar kanker. En ja, bij sommige tumortypes, zoals alsvleesklierkanker, blijft het wachten op een echte doorbraak. “Als je ziet hoe ingenieus kankercellen zich kunnen verweren tegen wat we doen, kan de moed je soms in de schoenen zakken. Dan denk je dat het een kat-en-muisspel zal blijven.”

 

En toch: de kans op overleving is over dertig jaar met meer dan 20 procent gestegen, stelt hij. “Als je die stapjes blijft zetten, kan je in twintig jaar dus enorme vooruitgang boeken.”

 

 

 

 

Bron:www.parool.nl