Welke drie bevolkingsonderzoeken zijn er in Nederland?
Auteur: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky.
Bevolkingsonderzoeken redden levens, zoveel is duidelijk. Jaarlijks ontdekken ze duizenden keren kanker in een vroeg stadium. Toch loopt de deelname terug en vragen experts zich af hóe meer mensen zich laten testen op kanker wanneer de tijd daar rijp voor is. Maar welke bevolkingsonderzoeken zijn er eigenlijk in Nederland en hoeveel mensen doen hieraan mee?
In Nederland krijgen mensen vanaf een bepaalde leeftijd automatisch een uitnodiging voor een van de drie bevolkingsonderzoeken: darmkanker, borstkanker of baarmoederhalskanker. De screenings zijn bedoeld om kanker vroegtijdig op te sporen, vaak al voordat iemand klachten heeft. Vroegtijdige opsporing vergroot de kans op genezing én bespaart zwaardere behandelingen.
1: Bevolkingsonderzoek darmkanker:
Bijna 70 procent van de mensen tussen de 55 en 75 jaar doet mee aan het darmkankeronderzoek. Een relatief hoog percentage, maar wel iets lager dan voorgaande jaren. In 2023 vonden artsen bij ruim 18.000 deelnemers (een voorstadium van) kanker. Sinds de start in 2014 daalde de sterfte aan darmkanker met 27 procent. De kans op overleving bij vroegtijdige opsporing van darmkanker is 90 procent of meer.
Een van de drempels om mee te doen aan het onderzoek is de misvatting dat mensen veel ontlasting moeten opsturen, terwijl ze in werkelijkheid een staafje krijgen om een klein monster van de ontlasting mee te nemen. Vaak zijn vier prikjes in een beetje poep al voldoende.
2: Bevolkingsonderzoek borstkanker:
Het borstkankeronderzoek heeft al jaren een relatief hoge opkomst: ruim 70 procent van de vrouwen tussen de 50 en 75 jaar laat zich tweejaarlijks screenen. Toch is ook hier een lichte daling in het aantal deelnemers te zien. De sterfte aan borstkanker daalde dankzij dit programma flink. Wel ontstaan er problemen door personeelstekort, waardoor de tijd tussen twee onderzoeken soms oploopt tot meer dan twee jaar.
3: Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker:
Bij vrouwen tussen de 30 en 60 jaar is de opkomst met 49,7 procent in 2023 nog altijd aan de lage kant, maar gestegen door de invoering van de zelfafnameset. Die maakt het makkelijker om thuis een uitstrijkje te doen. In 2023 zijn ruim 2.700 ernstige afwijkingen opgespoord. Desondanks stelt meer dan de helft van de vrouwen die een uitnodiging krijgt, het onderzoek uit. Soms omdat ze hun uitnodiging kwijtraken, soms vergeten ze het en soms twijfelen ze of stellen ze uit omdat ze bijvoorbeeld zwanger zijn.
Zo’n negenhonderd vrouwen per jaar krijgen de diagnose baarmoederhalskanker en tweehonderd komen eraan te overlijden. Vooral vrouwen tussen de 30 en 45 jaar hebben een verhoogd risico op deze vorm van kanker.
Vrouwen tussen de 30 en 60 jaar worden vijf keer uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek: op 30, 35, 40, 50 en 60-jarige leeftijd. Als er bij een eerdere deelname HPV (humaan papillomavirus) is gevonden of als je niet hebt meegedaan, kan het zijn dat je ook op 45, 55 of 65-jarige leeftijd een uitnodiging ontvangt.
Extra voorlichting in wijken:
De afgelopen jaren is de opkomst voor bevolkingsonderzoeken naar kanker dus enigszins gedaald. Programmamanager Patricia Hugen van het RIVM concludeert dat niet iedereen bereikt wordt met de beschikbare informatie. Daarom komt er meer voorlichting in de wijken, komen er nieuwe filmpjes en start dit najaar een landelijke campagne. Mensen kunnen er natuurlijk bewust voor kiezen om niet mee te doen, maar er is ook een groep Nederlanders die hier positief tegenover staat, maar niet deelneemt. De meeste pilots van dit jaar zijn bedoeld voor mensen met een lagere sociaaleconomische status of niet-westerse migratieachtergrond. Deze twee groepen doen het minst vaak mee aan bevolkingsonderzoeken.
Toekomstig bevolkingsonderzoek naar longkanker?
Longkanker is een van de meest dodelijke vormen van kanker, maar is geen onderdeel van het bevolkingsonderzoeksprogramma. Dit kan echter wel levens redden, met name onder rokende ouderen, blijkt uit onderzoek. Onduidelijk blijft nog of de voordelen opwegen tegen de nadelen. Daarom adviseert de Gezondheidsraad om het screeningsprogramma eerder uit te werken voordat hierover een beslissing valt.
Screening kan longkanker in een vroeg stadium opsporen en mogelijk sterfte verminderen. Toch zitten er risico’s aan. Niet elke verdachte uitslag betekent daadwerkelijk kanker. Mensen kunnen onnodig angst ervaren en onnodige vervolgonderzoeken ondergaan. Ook kan screening andere aandoeningen aan het licht brengen, met onduidelijke gevolgen voor de patiënt.
Kortom, er zijn op dit moment drie bevolkingsonderzoeken in Nederland maar mogelijke uitbreiding wordt gewerkt.
Bron: www.nationalezorggids.nl