Deel 14: ’Zeg maar dag tegen buitenechtelijke escapades’.

10-05-2022 17:51

 

 

 

Auteur: MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw

 

 

Columns & opinie.

 
 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze een knobbeltje in haar borst ontdekt. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met haar partner Duncan en zoontje Noah (1) in Amsterdam.
 
 
 
 
 EIGEN BEELD.
 
 
 
 
 
 
 
 
Het is zes uur ’s morgens als de wekker afgaat, maar we zijn al lang wakker. Duncans hand rust op mijn linkerborst. De borst met kanker. Nog even - want vandaag word ik geopereerd.

 

„We moeten opstaan schat,” zeg ik.

 

„Nee, nog héél even,” protesteert Duncan.

 

Zijn hoofd verdwijnt onder de dekens. Hij kust en likt - neemt afscheid van mijn borst.

 

Hij was altijd gek op mijn voorgevel, hij kon er niet van afblijven. Dat zal straks wel anders zijn. Vanaf vandaag zal hij nooit meer verlekkerd naar mijn borstpartij kijken. Vanaf vandaag zal geen énkele man dat nog doen. Ik stel me voor hoe een vreemde zijn hand in mijn topje laat glijden - de schrik die daarop volgt.

 

Tegenstrijdige gevoelens wisselen elkaar af. De operatie vergroot de kans dat ik mijn zoontje zie opgroeien. Daarom ben ik blij en opgelucht dat de tumor eruit gaat. Maar ik voel me ook verdrietig. Natuurlijk, vergeleken met doodgaan, is een verminkte tiet peanuts. En het kan erger. Ik verlies ‘slechts’ een déél van mijn boezem.

 

Maar toen ik ‘borstsparende operatie’ intypte op Google schrok ik me desondanks kapot. Zeg maar dag tegen topless zonnen, dag tegen me schaamteloos laten gaan in bed, dag tegen spannende buitenechtelijke escapades. En oké, ik moet mijn plezier tussen de lakens niet laten bederven. Ik moet leren houden van mijn imperfecties, ze accepteren, ze omarmen – bla, bla. Alleen: hoe doe je dat?

 

Ik ben – als zoveel vrouwen – extreem kritisch als het mijn uiterlijk betreft. En op sommige dagen weet ik zeker: ik ga liever door het leven met ziekmakende siliconen dan met een borst die gehavend is als een gebombardeerd gebouw.

 

 

Mooie herinneringen:


Duncan ligt naast me in het ziekenhuisbed. Ik voel me loom door de medicatie die ik heb gekregen. Stilte voor de storm: over een kwartier gaan ze snijden.

 

„Ben je zenuwachtig?” wil Duncan weten.

 

Ik antwoord ontkennend. Nee. Ik heb me ingesteld op het ergste en voel me nu vooral kalm. Ik word straks van mijn kankergezwel bevrijd door een steengoede oncologisch chirurg. Wat een luxe is dat.

 

„En jij?”

 

Ik ben niet de enige die wat verliest vandaag.

 

Duncan haalt zijn schouders op. Hij kijkt me ongemakkelijk aan. „Ik ben vooral bang voor het moment dat het verband eraf gaat,” bekent hij.

 

Logisch. Duncan zat naast me toen ik plaatjes opzocht van wat me te wachten staat.

 

Twee verpleegkundigen komen me halen. Duncan kust me op mijn voorhoofd. Ik blijf hem aankijken, tot mijn bed de hoek om wordt gereden.

 

Kundige handen tillen me op een koude operatietafel. Mijn dokter – inmiddels een goede bekende – pakt mijn hand.

 

„Marith, ik snap hoe belangrijk een borst is voor een jonge vrouw. Ik ga heel netjes werken. Dat beloof ik je.”

 

Het narcosemiddel doet zijn werk. Ik ben niet langer in staat woorden te formuleren. Dus knik ik dankbaar.

 

De anesthesist praat tegen me op geruststellende toon: „Alleen fijne gedachten, mooie herinneringen…”

 

Ik zie mezelf dansen op Wasteland – mijn favoriete fetisjfeest. De kwastjes op mijn tepelstickers bewegen mee, op de maat van de muziek. Duncan pakt mijn borsten vast, begraaft zijn gezicht erin – kijkt lachend naar me op. Het lijkt alsof ik zweef.

 

En dan wordt alles zwart.

 

 

 

Bron: www.telegraaf.nl