Deel 89: ’Niet zeiken, spreek ik mezelf bestraffend toe in de kleedkamer van de sauna’.

09-10-2023 18:18

 

 

 

Auteur:  MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw

 

 

 

 

Column.

 
 
 
 
 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze te horen krijgt dat ze borstkanker heeft. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met haar geliefde Duncan en zoontje Noah (3) in Amsterdam.
 
 
 
 
’Ik deel mijn borstkankerverhaal wekelijks met Jan en alleman. Dus wat zóú het dat saunabezoekers het aan me zíen?’
’Ik deel mijn borstkankerverhaal wekelijks met Jan en alleman. Dus wat zóú het dat saunabezoekers het aan me zíen?’
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ik kleed me aan. Uit gewoonte pak ik de siliconen plak-bh uit mijn ondergoedla. Ik draag de vulling aan één kant in mijn normale bh, zodat het verschil tussen mijn borsten niet opvalt.
 
 
Als ik een top aan wil met open rug, dan plak ik boobtape over het stukje ‘kipfilet’ heen. Het resultaat is geweldig! Elke dag krijg ik berichten van instagramvolgers over hoe fantastisch mijn voorgevel er nog uitziet. Ik heb het grote geluk dat mijn tumor aan de onderkant van mijn borst zat. Daardoor is mijn decolleté onbeschadigd.
 
 
 
 

Uit de kleren:


De sporen van borstkanker zijn alleen zichtbaar als ik naakt ben. En vandaag ga ik uit de kleren. Samen met vriendin G. ga ik naar Spa Sereen.

 

Ik ben altijd een makkelijke naaktloper geweest, maar dat is niet meer. Ik schaam me. De sauna heb ik daarom gemeden. Tot nu toe. Ik kan de ontspanning goed gebruiken. Scan twee staat voor de deur en de angst zet zich weer vast in mijn lijf.
 

„Ga lekker een dag relaxen, wat boeit het jou wat andere mensen denken!” hield Duncan me voor.

 

Hij heeft gelijk: who cares? Het wordt tijd dat ik mezelf eroverheen zet. Maar het is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik zie ertegenop.

 

Ik leg de plak-bh terug in mijn la. Die heb ik vandaag niet nodig. Dan vertrek ik.

 

Niet zeiken, spreek ik mezelf bestraffend toe in de kleedkamer van het saunacomplex. Ik deel mijn borstkankerverhaal wekelijks met Jan en alleman. Dus wat zóú het dat saunabezoekers het aan me zíen? Bovendien: welke vrouw heeft er na borstvoeding überhaupt nog tieten waarvan ze denkt: woehoe, hang de vlag uit! Ik ken ze niet.

 

Toch blijft het ongemakkelijke gevoel.

 

 

Schaamte:


„Laten we de opgieting van 12 uur doen,” zegt G.

 

Opgieting… Lees: vijftig man op een kluitje.

 

Ik schaam me voor mijn schaamte. Dus zeg ik opgewekt: „Yess, lekker.”

 

Ik trek ogenschijnlijk onbewogen mijn badjas uit, hang hem aan een haak en haast me de sauna in. Ik klem mijn arm voor mijn borst. Als ik een plekje heb gevonden, trek ik mijn knieën op en ga zo zitten dat mijn misvormde borst onzichtbaar is, ook voor G. En pas dan, als ik me langzaam ontspan, besef ik hoe erg ik dit gemist heb.

 

Een kwartier later sta ik poedelnaakt aan de oever van de Maarsseveense plassen, om me heen blote mensen, dampend van de hitte. Ik duik snel in het water, zwem een paar slagen en loop dan vlug naar mijn handdoek. Ik voel de blikken branden. Kanker, kanker, kanker, hoor ik de bezoekers denken.

 

Ik zucht diep. Ik word doodmoe van mezelf.

 

 

Kaarsrecht:


Een uur later zit ik opnieuw met opgetrokken knieën in een saunacabine. Er komt een vrouw binnen die rechts van me plaatsneemt. Een van haar borsten is geamputeerd. Ze zit kaarsrecht in kleermakerszit. Ze doet geen enkele poging haar lijf te verstoppen, zoals ik.

 

Eén op de zeven vrouwen krijgt borstkanker. Toch kan ik me niet herinneren dat ik ooit eerder iemand als zij in de sauna zag. Ik ben blijkbaar niet de enige die zich schaamt. Zonde.

 

Ik wil zijn als die dame voor mijn neus. Kom op! Ik ga verzitten, in een meer comfortabele houding, mijn rug tegen de leuning, beide borsten open en bloot.

 

De mensen om me heen kijken niet op of om.

 

 

 

 

Bron: www.telegraaf.nl