LINDA HAKEBOOM SINDS ZE TE KAMPEN KREEG MET BORSTKANKER: 'IK HOUD ER REKENING MEE DAT IK NIET OUD WORD'.

10-11-2023 16:25
 
 
 
 
Auteur: MISHA MARGARITTHA - linda.nl/meiden
 
 
 
 
 
 
In de nieuwe aflevering van Open Kaart ontvangt Robbert Rodenburg creatieve duizendpoot Linda Hakeboom. De twee praten over haar diagnose borstkanker, haar nieuwe boek en hun hechte vriendschap.
 

Over een grandioze toekomst durft de 38-jarige niet meer na te denken. “Ik hou er gewoon rekening mee dat ik niet oud word”, vertelt ze openhartig.
 
 

BORSTKANKER:


Op 34-jarige leeftijd kreeg Linda Hakeboom te horen dat ze borstkanker had. Ze documenteerde haar strijd met de ziekte in videoserie Linda’s kankerverhaal. Een kwetsbaar inkijkje in haar privéleven. “Dat was niet gepland, want op zich plan je niet om borstkanker te krijgen. Ik kan verhalen vertellen en ik heb dit, en ik kan er hopelijk mensen mee helpen.  Dus daar zet ik mijn eigen kwetsbaarheid en privé voor opzij. Daar moest ik wel heel even over nadenken, want het was wel heel erg dichtbij en echt op mijn allerzwakst,” vertelt ze.

 

Linda kreeg de diagnose en de behandelingen aan het begin van de coronaperiode. Een tijd waarin ze veel steun had aan haar partner sinds zeventien jaar, Rolf. “We waren heel erg geïsoleerd en op elkaar aangewezen. We hadden best wel een fijn coconnetje met z’n tweeën. Als je op zo’n moment nog goed met elkaar gaat. Voor mij was het belangrijk om te merken dat hoe ik ook veranderde, hij geen millimeter minder van mij ging houden. Ja, dat is zo bijzonder.”
 
 
 

SOEP:


Ten tijde van Linda’s diagnose is ze al jarenlang goed bevriend met Robbert Rodenburg. De presentator steunt zijn vriendin door haar wekelijks van een maaltijd te voorzien. “Jij drong jezelf niet op. Dat was ook niet iets wat ik aankon, want ik was kapot. Maar wat jij deed was precies wat ik nodig had: jij maakte elke week soep voor mij. En alleen al dat gebaar, dat iemand zelf besluit, zonder dat ik er ook maar om vroeg, iets voor je te maken.”

Bij de bezorging van de soep zagen Linda en Robbert elkaar niet. “Je zette het neer en stuurde een appje met: ‘Het staat er weer’ of zo, en soms zat er een lief kaartje bij. Ik denk dat jij ergens van binnen wel al voelde dat ik iets van afstand moest bewaren, want het was al wat te veel. Op die manier er zijn, dat was zo geweldig.”

 

De eerste keer dat Linda toch naar de deur liep om haar wekelijkse soepje te ontvangen, is voor beiden een moment dat ze niet snel zullen vergeten. “Ik schrok zo erg”, blikt Robbert terug. “Ik weet ook nog dat ik terug in de lift ging en zo hard heb staan huilen, omdat ik mezelf geen houding wist te geven. De keer dat ik je daarvoor zag, was je gewoon ‘normaal’, en ineens staat er iemand voor je…”, dwaalt hij af. “Ik weet nog dat ik daar zo van schrok, het was zo ongemakkelijk.”
 
 

DOOD:


Als je een ‘doodvonnis’ krijgt, ga je vanzelf nadenken over het leven en wat daarna komt, bekent de documentairemaker. “Ik ben best wel gedwongen om over de dood na te denken. Wat ik toen heel erg gevoeld heb, is heel veel rust. Ik dacht: wat vind ik ervan als dit echt zo is? Ik vind het jammer, ik zou hier liever nog even blijven, maar het is ook oké. Maar ik raakte daar niet echt door in paniek.”

 

Dat noemt ze zelf een vorm van zelfbescherming. “Het is wel zo dat ik sinds die diagnose denk dat ik niet weet hoe lang ik op deze planeet mag blijven. En dat denk ik nog steeds en dat verandert natuurlijk iets met je. Ik houd er gewoon rekening mee dat ik niet oud word. Dat vinden mensen soms heftig om te horen. Dat vind ik veel te eng. Straks komt het weer terug en ga ik gewoon dood. Dat zijn voor mij best wel realistische scenario’s. Om te merken dat ik daar niet bang van word, dat is wel heel fijn.”
 
 
 
 

BOEK:


Over een kleine week komt Linda’s eerste boek, Alleen nog vandaag, uit. Hierin vertelt ze haar kankerverhaal, maar bespreekt ook de trauma’s die ze in haar jeugd heeft opgelopen. “Ik heb veel uit mijn jeugd moeten overkomen. En moest wel heel veel van mezelf afschudden en veel leren. Ik ben wel echt beschadigd in mijn jeugd.”

Ze vertelt over het opvliegende karakter van haar vader. “Hij was altijd hard, ik moest ook hard zijn, niet ‘janken’, zei hij dan. Grapjes maken om mij te kleineren. Heel onveilig, eigenlijk. Ik moest altijd opletten of mijn vader niet boos zou worden. Hij kon gewoon enorm ontploffen. En het kon om alles zijn. Dat is zo eng als kind. Ik had op een gegeven moment mentaal zo’n dik boek van dingen die ik op een bepaalde manier moest doen, omdat ik anders gigantische problemen had thuis. Maar het was nooit genoeg.”

 

Op haar vijftiende maakte Linda’s vader duidelijk dat hij zijn kinderen niet meer wilde kennen. “Toen is-ie weggegaan”, vertelt ze enigszins geëmotioneerd. “Toen dacht ik: dat is ook wel fijn, want dan ben ik ook van het andere af. Het is heel heftig, als één van je ouders zegt: ‘Ik ben weg’. Hij heeft nooit meer wat laten horen. Pas vele jaren later heb ik hem weer voor het eerst gezien.”

Toen Linda ziek werd, was haar vader ook in geen velden of wegen te bekennen. Ze geeft toe dat ze misschien wel had gehoopt op contact, ondanks dat ze elkaar al jaren niet meer hebben gesproken. “Ik ben je dochter en ik heb borstkanker. Hallo. Ik had misschien wel op contact gehoopt, maar tegelijkertijd had ik het ook niet aangekund. Dat had zo veel overhoop gegooid en dat was veel te heftig geweest. Ik vind het wel echt heel verdrietig. Dat je dat niet doet. Stuur een berichtje.”

 

 

 

Voor de Video van dit Artikel klik hier

 

 

 

Bron: www.linda.nl