TANGO: diagnostiek op basis van complete genoom lijkt doelmatiger voor longkanker.

17-02-2024 16:50

 

 

Auteur:  John Ekkelboom - zonmw.nl

 

 

 

Interview met Valesca Retèl.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Kankermedicijnen zijn meestal duur en werken vaak slechts bij bepaalde patiënten. Het hele genoom van patiënten in kaart brengen, maakt het wellicht mogelijk alleen diegenen te behandelen die baat hebben bij een bepaald geneesmiddel. Is deze vorm van gepersonaliseerde geneeskunde zinvol en financieel haalbaar voor immuuntherapie bij longkanker?
 


Wat was de aanleiding voor de TANGO-studie?


Valesca Retèl: ‘De vele pathologielabs in Nederland gebruiken uiteenlopende DNA-testen voor de oncologie. Sommige kijken specifiek naar een enkel gen, andere naar een beperkt gebied of juist meerdere gebieden in het DNA. Onze vraag was of we daar meer uniformiteit in kunnen aanbrengen door whole genome sequencing – WGS – te introduceren. Hiermee krijgt iedere patiënt hetzelfde aangeboden. Tegelijkertijd zagen we de toepassing van immuuntherapie enorm toenemen, met name voor longkanker. Op deze dure therapie reageert slechts een deel van de patiënten. We zijn gaan kijken of het met WGS mogelijk is de juiste patiënten te selecteren en wat de kosteneffectiviteit hiervan is.’
 
 

Wat hebben jullie gevonden?

 

‘In de TANGO-studie hebben we van twee verschillende onderzoeken met longtumorweefsels de resultaten vergeleken van ruim 900 patiënten. Bij het ene onderzoek ging het om de standaarddiagnostiek, uitgevoerd door 44 verschillende pathologielabs. Bij het andere heeft Hartwig Medical Foundation de tumorweefsels van diezelfde patiënten met WGS onderzocht. Het bleek dat je met WGS meer veranderingen in het DNA ziet dan met de standaarddiagnostiek. Die toegevoegde waarde van WGS is inmiddels voor meerdere tumoren bevestigd, zoals in de ook door ZonMw gefinancierde WIDE-studie. In het begin van onze studie was WGS nog viermaal zo duur als de standaardtesten. De prijs daalde elk jaar en inmiddels liggen de kosten niet ver meer uit elkaar.’

 

 

Wat gaan patiënten hiervan merken?


‘Met de beschikbare DNA-data is het nu mogelijk om biomarkers te vinden waarmee je kunt voorspellen of een therapie wel of niet zal werken bij een patiënt. Dat levert als het goed is een gerichtere behandeling op. We hebben de patiënten uit het TANGO-onderzoek vragenlijsten laten invullen over de kwaliteit van leven. En over wat een gepersonaliseerde versus een algemene behandeling, zoals chemo- en hormonale therapie, voor hen betekent. De resultaten daarvan zijn nog niet bekend.’
 
 

 

Met de beschikbare DNA-data is het mogelijk om biomarkers te vinden waarmee je kunt voorspellen of een therapie wel of niet zal werken bij een patiënt. Dat levert als het goed is een gerichtere behandeling op.

Valesca Retèl: Gezondheidswetenschapper bij het Nederlands Kanker Instituut.

 
 

 


Met wie hebben jullie samengewerkt?


‘Met alle academische ziekenhuizen en de daaraan gekoppelde universiteiten, Universiteit Twente, het Nederlands Kanker Instituut – waar ik zelf werk –, Hartwig Medical Foundation en met adviseurs vanuit de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties. Plus het RIVM en het Zorginstituut. We hadden een breed team; de promovendi in het TANGO-project hadden verschillende achtergronden, zoals een medische, biomedische, Health Technology Assessment- of ethisch-juridische.’
 
 

Welke grote ontwikkelingen voorzie je in de oncologie?

 

‘Zorginstituut Nederland werkt aan een advies aan het ministerie van VWS over de plaatsbepaling van brede moleculaire diagnostiek in de oncologie. Er moet organisatorisch veel veranderen om WGS landelijk te introduceren. Centralisatie wordt daarbij een groot thema. De resultaten van de TANGO-studie maken het logisch dat labs meer gaan samenwerken. Zowel om de diagnostiekkosten te verlagen als ook vanwege het delen van expertise. Daarnaast wordt het steeds belangrijker om met real world data – routinematig verzamelde gegevens over de zorg van patiënten – analyses te doen van bijvoorbeeld ziekenhuis- of registratiedata. Dit maakt het mogelijk de effectiviteit van diagnostiek aan te tonen en daarmee de kwaliteit van zorg te verbeteren als dit niet lukt met klinische studies.’

 

 

Nog tips voor collega-onderzoekers?


‘Wij hebben in de TANGO-studie de promovendi vanuit de verschillende vakgebieden bij elkaar gezet. Hierdoor gingen ze breder denken dan alleen binnen hun eigen straatje. Dat bleek heel waardevol. Ook waardevol was het al vroeg betrekken van Zorginstituut en RIVM. Dit zorgde voor inzicht in het moleculaire landschap in Nederland. En het werd duidelijk waar diagnostiek in de oncologie tegenaan loopt. Wie ziet hoe complex het allemaal is, kan alleen maar concluderen dat we elkaar nodig hebben om verder te komen.’
 
 
 
Valesca Retèl is gezondheidswetenschapper bij het Nederlands Kanker Instituut en projectleider van de TANGO-studie: Technology Assessment of Next Generation Sequencing in Personalized Oncology.

 

 

 

Bron: www.zonmw.nl