Veelgebruikte chemo werkt anders dan gedacht.

14-06-2023 17:38

 

 

 

 

 

 

 

In hoeverre weten we hoe chemotherapie kankercellen om zeep helpt? Niet altijd even goed, laten onze onderzoekers zien in hun nieuwste werk. Taxanen, een veelgebruikt type chemotherapie, blijken kankercellen compleet anders te doden dan gedacht. Door die verrassende vinding kunnen de dokters van morgen taxanen hopelijk veel slimmer gebruiken: effectiever en met minder bijwerkingen.

 

Heel veel kankerpatiënten krijgen taxanen als onderdeel van hun behandeling. Maar lang niet iedereen heeft baat bij het toevoegen van dit type chemotherapie. Voor patiënten met de triple negatieve vorm van borstkanker verhoogt het de 5-jaarsoverleving bijvoorbeeld maar een klein beetje: van 80% naar 83%. En dat terwijl de bijwerkingen, zoals haaruitval en aanhoudende zenuwpijn, aanzienlijk kunnen zijn.

 

“Die 3 procent vind ik wel erg weinig, dat willen wij graag verbeteren”, zegt onderzoeker en hoogleraar Jacco van Rheenen. “En daarvoor moeten we beter begrijpen hoe het medicijn werkt.”

 

 

 

We willen nog beter begrijpen hoe dit werkt: wat zit er precies in die bolletjes?"

Jacco van Rheenen -  Groepsleider.

 

 

 

 

Vermoedens vs bewijzen:


Nou dacht men dat al decennialang te weten. In het lab kun je namelijk in kankercellen op een glaasje zien hoe taxanen de celdeling als het ware bevriezen. Die cellen kunnen hun DNA niet meer verdelen over hun dochtercellen, merken dat er iets niet klopt en gaan dood.

 

Toch ontstonden er langzaamaan vermoedens dat dit niet de hele waarheid kon zijn. “Het gonsde al een beetje rond onder wetenschappers, het vermoeden dat er iets niet helemaal klopte”, vertelt Jacco. “Dat heb je soms in de wetenschap. Maar ik wil als wetenschapper natuurlijk bewijzen, niet alleen vermoedens.” En dus moest hij aan de slag.

 

 

Interessante ontdekking:


Tien jaar terug legde hij de taxanen daarom opnieuw onder het vergrootglas. Samen met groepsleider Rene Medema zag hij dat ze kankercellen op een glaasje in het lab inderdaad op deze manier doden. Maar verrassend genoeg zagen ze dat effect in kankercellen in muizen niet terug. De cellen gingen wel dood, maar niet omdat ze vastliepen bij het verdelen van hun DNA.

 

Samen met internist-oncoloog Sabine Linn deed hij bovendien een andere interessante ontdekking, nadat hij zijn onderzoeksgroep naar het Nederlands Kanker Instituut had verhuisd. Patiënten met veel afweercellen in hun tumor reageerden veel beter op taxanen dan de rest. Hij zag in zijn proeven bovendien dat muizen zonder die afweercellen, genaamd T-cellen, niet reageerden op deze chemo. “De grote vraag was: hoe komt dat?

 

 

Giftige bolletjes:


Een hele rits aan experimenten verder, heeft hij een antwoord: “Taxanen blijken ervoor te zorgen dat de afweercellen bolletjes loslaten die giftig zijn voor kankercellen.” Dus de chemotherapie schakelt het immuunsysteem in om de kanker te doden. “En het mooie is: die bolletjes doden wel de kankercellen maar laten gezonde cellen met rust.”

 

Met die kennis op zak hebben ze muizen met triple negatieve borstkanker verrassend goed kunnen behandelen. Jacco: “De afweercellen van deze dieren hebben we buiten het lichaam taxanen gegeven. Daarna kregen de muizen de cellen terug. Ik was echt verrast door wat er toen gebeurde: ik zag hun tumor helemaal verdwijnen. Dat is echt wel bijzonder. Het maakt taxanen dus veel effectiever, met veel minder bijwerkingen omdat je ze alleen aan de immuuncellen geeft, buiten het lichaam.”

 

 

Levende organismen:


De eerste uitkomsten in menselijke cellen en weefsels in het lab zien er hoopvol uit. “We gaan nu afweercellen uit menselijke tumoren halen, behandelen met taxanen en toevoegen aan organoids – stukjes patiënten-weefsel in het lab. Als dat goed werkt, kunnen we het mogelijk in patiënten gaan testen. Maar we willen vooral nog beter begrijpen hoe dit werkt. Wat zit er precies in die bolletjes? Hoe kunnen de teruggegeven afweercellen zό krachtig werken? En zien we nog mogelijke bijwerkingen over het hoofd?”

 

Dit onderzoek bevestigt nog maar eens hoe belangrijk het is om de precieze werking van geneesmiddelen uit te pluizen in levende organismen. “Levende weefsels onderzoeken is alleen veel moeilijker en trager dan losse cellen in het lab”, zegt Jacco. “Daarom kiest men uiteindelijk toch nog vaak voor cellen.”

 

 

Sluitend verhaal:


Ook laat deze ontdekking zien dat wetenschap en zorg onder één dak het verschil kan maken. Jacco: “Sabine en ik zitten op dezelfde afdeling. Zonder haar had ik nooit cellen van patiënten kunnen onderzoeken.” Sabine: “Zijn onderzoek in muizen gaf mij de nodige onderbouwing voor een sluitend verhaal en daardoor bredere acceptatie van mijn vindingen bij patiënten.”

 

 

 

 

Bron: www.avl.nl/nieuwsberichten