Voedingstips bij dumping.

18-09-2020 17:47








Dumpingklachten ontstaan wanneer het voedsel vanuit je maag in te grote brokken in je dunne darm terechtkomt. Hier kun je last van hebben na een operatie waarbij je maag of een deel van je maag is verwijderd. De klachten kunnen worden opgedeeld in vroege en late dumpingklachten.


Vroege dumpingklachten:

Vroege dumpingklachten (tot 30 minuten na de maaltijd) ontstaan wanneer het voedsel vanuit je maag in te grote brokken in je dunne darm terechtkomt. Dit kan zorgen voor buikkrampen, misselijkheid, braken en een opgezet gevoel.


De brokken voeding trekken in de dunne darm veel vocht aan. Dit vocht wordt uit de omliggende bloedvaten gehaald. Dit kan leiden tot een daling van de bloeddruk, hartkloppingen, zweten, duizeligheid en een zwak gevoel. Ook kan er diarree ontstaan.


Late dumpingklachten:

Late dumpingklachten (één tot twee uur na de maaltijd) komen minder vaak voor dan vroege dumpingklachten. Late dumpingklachten ontstaan als koolhydraten uit je voeding te snel worden opgenomen.


De plotselinge grote hoeveelheid koolhydraten kan ervoor zorgen dat je lichaam een grote hoeveelheid insuline gaat aanmaken. Deze grote hoeveelheid insuline kan verschillende klachten veroorzaken zoals trillen, zweten en hartkloppingen.


Gevolgen dumping:

Dumpingklachten kunnen leiden tot een angst voor eten. Daarnaast kunnen er minder voedingsstoffen uit je voeding opgenomen worden doordat het voedsel te snel door de darm heengaat. Dit kan leiden tot een tekort aan voedingsstoffen.


Je kan dumpingklachten verminderen door je voeding aan te passen.


Voedingstips bij dumpingklachten:

  • Eet rustig en kauw goed.
  • Verdeel je eten over de dag. Eet zes tot negen kleine maaltijden per dag in plaats van drie grote maaltijden.
  • Probeer eten en drinken apart te houden. Drink bij je maaltijden het liefst geen, maar maximaal 1 glas drinken. Zorg dat je goed drinkt tussen de maaltijden door.
  • Eet en drink weinig zoete melkproducten, zoals drinkyoghurt, chocolademelk of vla. Laat deze producten helemaal staan, of drink/eet maximaal twee tot drie glazen/schaaltjes verdeeld over de dag. Zure melkproducten zoals karnemelk en yoghurt geven minder klachten.
  • Eet en drink weinig snelle suikers, zoals in frisdrank, limonade, vruchtensap, snoep en koek. Deze suikers zorgen vooral in vloeibare vorm vaak voor klachten.
  • Ga na een maaltijd even liggen. Dit zorgt voor een langzamere doorstroom van het voedsel naar je darm.




Bron: www.voedingenkankerinfo.nl