Vrouwen die zich uit voorzorg laten testen op borstkanker hebben helft minder kans om te overlijden.
Auteur: Heleen Vander Beken - vrt.be
Vrouwen die zich preventief laten testen op borstkanker, hebben de helft minder kans om aan die ziekte te overlijden. Dat staat in het jaarrapport Bevolkingsonderzoeken naar kanker van het Centrum voor Kankeropsporing. Daaruit blijkt ook dat jongere mensen zich minder vaak op dikkedarmkanker laten testen.
We nodigen je uit om deel te nemen aan het Bevolkingsonderzoek": elk jaar krijgen 1,6 miljoen mensen een brief met die woorden in de bus.
Bij vrouwen van 25 tot en met 64 jaar gaat het om een onderzoek voor baarmoederhalskanker en vanaf 50 tot en met 69 jaar voor borstkanker. Voor dikkedarmkanker wordt iedereen vanaf 50 tot en met 74 uitgenodigd. De bedoeling? Mogelijke kankers vroeg opsporen en ze geen kans geven.
Respons:
In 2022 liet twee derde van de uitgenodigde vrouwen met zo'n uitnodiging een borstkankeronderzoek doen. Op de uitnodiging voor een uitstrijkje om baarmoederhalskanker ging ongeveer 64,5 procent in.
Het onderzoek naar dikkedarmkanker geeft het minste respons: 48 procent, een kleine daling van tegenover vorig jaar. Hoe dat komt? Sinds 2020 zijn ook jongere groepen toegevoegd aan het onderzoek. Mensen tussen 50 en 59 jaar doen minder mee dan mensen van 60 tot 64 jaar. Zij trekken het gemiddelde naar beneden.
Toch is dat geen tendens, volgens de onderzoekers. "Als je rekening houdt met onderzoek van de voorgaande jaren en mensen die zich om andere redenen dan onze uitnodiging lieten testen, is nog altijd bijna 65 procent van de mensen tijdig onderzocht", zegt Patrick Martens, directeur van het Centrum voor Kankeropsporing (CvKO). "Wie bijvoorbeeld recent een darmonderzoek onderging, hoeft enkele jaren geen staal op te sturen".
Wat is het Bevolkingsonderzoek naar kanker?
Hoe vroeger kanker opgespoord wordt, hoe beter je de ziekte kan behandelen. Daarom krijgen elk jaar ongeveer 1,6 miljoen mensen, naargelang hun leeftijd en geslacht, een uitnodiging in de bus om zich te laten screenen op borstkanker, baarmoederhalskanker en dikkedarmkanker.
Zij kunnen een gratis test laten uitvoeren:
- Een uitstrijkje bij de huisarts of gynaecoloog, voor baarmoederhalskanker
- Een stoelgangstaal dat je zelf thuis neemt en opstuurt, voor dikkedarmkanker
- Een mammografie (röntgenfoto van de borsten) voor borstkanker
Ingeplande afspraak:
Mensen krijgen over de jaren heen meerdere uitnodigingen, zolang ze in de bewuste leeftijdscategorie zitten. Toch zijn er mensen die nog nooit deelnamen, van 12 procent bij baarmoederhalskanker en 15 procent bij borstkanker, tot 25 procent bij dikkedarmkanker.
"Dat is wel problematischer dan iemand die niet bij elke uitnodiging deelneemt", zegt Martens. "Die mensen kunnen we blijkbaar nooit overtuigen en waarschijnlijk zijn de drempels voor sommigen nog te hoog. Het zijn er wel minder en minder: het aandeel is lichtjes gedaald vorig jaar".
Om alvast één drempel weg te nemen, krijgen vrouwen bij de uitnodiging altijd al een afspraak ingepland voor hun mammografie. Dit jaar heeft het CvKO onderzocht of dat ook echt effect had. "We doen dat al jaren, maar nu hebben we dat eens vergeleken met een uitnodiging zónder voorafgeplande afspraak."
"De helft méér vrouwen dagen op als er al een afspraak vastligt", zegt Martens. "Wees gerust: wie niet zelf een afspraak maakte, hebben we later nog een nieuwe uitnodiging mét zo'n afspraak gegeven, zodat het onderzoek niemand benadeelde".
Vroegtijdig stadium:
Uit de cijfers blijkt in ieder geval dat het onderzoek zijn doel bereikt. Vorig jaar alleen al werd 3.646 keer baarmoederhalskanker opgespoord en 1.575 keer borstkanker, puur door de screening.
Ze worden vooral vroeg opgespoord. Meer dan 75 procent van de borstkankers die in het onderzoek ontdekt worden, zijn nog in een "vroegtijdig stadium". Ze zijn nog niet ver ontwikkeld en kunnen dus nog goed behandeld worden. Bij borstkankers die buiten het bevolkingsonderzoek worden ontdekt, is dat maar 50 procent.
Om de impact nog beter te kunnen inschatten, blikten de onderzoekers ditmaal terug op enkele jaren van de screening. Vrouwen die tussen 2005 en 2012 deelnamen, hadden de helft minder kans om te overlijden aan borstkanker in de volgende jaren, dan vrouwen die toen niet deelnamen. Al is er in internationaal onderzoek wel wat discussie waar dat aan ligt: misschien nemen vooral mensen deel die ook gemiddeld iets gezonder zijn.
Vervolgonderzoek:
Toch kan dat misschien nóg beter. Want na het preventieve onderzoek, is de opvolging nog niet altijd optimaal. "Daar valt zeker nog winst te halen", vertelt dokter Koen Van Herck van de Stichting Kankerregister. "Arts en patiënt krijgen van ons het resultaat en indien nodig het advies om een vervolgonderzoek te doen, maar dat gebeurt niet altijd."
Dan gaat het vooral over baarmoederhalskanker, waar één op de vijf afwijkende resultaten geen gepast vervolgonderzoek krijgt, en dikkedarmkanker, waar bij ruim één op de zes geen goede opvolging is. Van Herck heeft dan ook een duidelijke oproep: "Wanneer we het advies geven om verder onderzoek te laten doen, doe dat alsjeblieft".
Vlaams minister van Volksgezondheid Hilde Crevits (CD&V) treedt hem daarin bij. "Het is ook cruciaal dat we blijven inzetten op de groep die zich nog nooit liet screenen. We doen dat onder andere door de massamediacampagne BLABLABLA, betere ondersteuning en verspreiding via de huisartsen en heel lokale, wijkgerichte acties die meer kwetsbare mensen rechtstreeks gaan aanspreken.”
Bron: www.vrt.be