Wie als kind kanker overleefde, kampt als volwassene vaak met (nieuwe) gezondheidsklachten.

12-10-2023 17:49

 

 

Auteur: Anton Goegebeur - hbvl.be

 

 

Een arts beoordeelt een röntgenfoto

Een arts beoordeelt een röntgenfoto.

 

 

 

 

 

Meer dan 80 procent van de patiëntjes overleeft kinderkanker, maar de overlevers krijgen vaak te maken met aanzienlijke gezondheidsproblemen op latere leeftijd. Volgens een nieuwe Amerikaanse studie gaat het zelfs om 95 procent.

 

Wie als kind kanker heeft gehad, heeft later in het leven een zeer hoge kans op fysieke en mentale gezondheidsproblemen. Dat is de ontnuchterende conclusie van Amerikaanse onderzoekers die gegevens uit 73 eerdere studies bestudeerd hebben. Liefst 95 procent heeft tegen zijn of haar 45ste een aandoening die verband houdt met de kanker of behandeling uit hun kindertijd.

 

De onderzoekers documenteerden een grote verscheidenheid aan klachten, gaande van vruchtbaarheidsproblemen en zenuwpijnen tot cognitieve stoornissen en meer. Circa een derde krijgt te maken met ‘ernstige of potentieel levensbedreigende’ gezondheidsproblemen. Het gaat voornamelijk om hormonale aandoeningen, hartstoornissen en gezwellen. De studie stelt dat geregeld nieuwe kankers ontstaan op plaatsen die tijdens de behandeling bestraald werden.

 

Het type kinderkanker en de behandeling spelen ook een rol. Vooral bij hersentumoren, bestraling en stamceltransplantatie is het risico op ernstige neveneffecten op latere leeftijd het grootst.

 

De Amerikaanse studie verbaast oncologe Anne Uyttebroeck van het UZ Leuven niet. Europese studies concluderen hetzelfde, al gaat het bij ons om drie kwart, en niet 95 procent, van overlevers van kinderkanker die op latere leeftijd gezondheidsproblemen ervaren. “Dat probleem is lang verborgen gebleven. In de jaren 60, 70 en 80 was het vinden van succesvolle behandelingen primordiaal. De lage overlevingskans, minder dan 50 procent, moest omhoog. Naar de gevolgen op het leven nadien werd weinig gekeken.”

 

 

“In de jaren 60, 70 en 80 was het vinden van succesvolle behandelingen primordiaal. Naar de gevolgen op het leven nadien werd weinig gekeken”

Anne Uyttebroeck

Oncologe UZ Leuven.

 

 

 

Maar een kleuter die leukemie overleeft, heeft nog een heel leven voor de boeg. Steeds vaker wordt de behandeling daarom aangepast, zonder in te boeten op de genezingskans. “We weten dat door bestraling het risico op borstkanker erg toeneemt, maar ook schildklierkanker en hart- en vaatlijden. We geven het dus alleen als het nog absoluut noodzakelijk is”, zegt Uyttebroeck. Een goed voorbeeld van een gewijzigde behandeling is hodgkin, een vorm van lymfeklierkanker. “In de jaren 90 gaf de medicatie bijna 100 procent overlevingskans, maar bijna alle jongens raakten onvruchtbaar. Door gecontroleerde studies is de chemotherapie nu aangepast; vandaag heeft meer dan de helft geen bestraling meer nodig en blijft de overlevingskans even hoog.”

 

 

Levenslange opvolging:


De aanpassing van behandelingen zal hopelijk snel een positief effect hebben op het percentage dat kampt met gezondheidsklachten op latere leeftijd. Maar een verhoogd risico op neveneffecten blijft hoe dan ook. Dat is een moeilijke boodschap om te brengen, weet oncoloog Toon Van Genechten van het UZA, maar wel een noodzakelijke.

 

“We moeten dat heel goed bespreken met onze patiënten en hun ouders. Het hoge cijfer doen dalen kan ook door bewustwording, bij de patiënt, maar ook de huisarts en de specialist. Alleen zo kunnen ze op tijd hulp vragen en worden in het beste geval problemen opgelost voor ze zich ontwikkelen.”

 

 

“Het hoge cijfer doen dalen kan ook door bewustwording, bij de patiënt, maar ook de huisarts en de specialist”

Toon Van Genechten

Oncoloog UZA.

 

 

 

Na het doorlopen van hun behandelplan worden patiënten gedurende 5 jaar nauwgezet opgevolgd. Maar ook daarna is blijvende opvolging aangewezen. Voorlopig staan kinderoncologische centra in voor die opvolging. Het doel is om alle overlevers systematisch te checken om preventief of alleszins vroegtijdig te kunnen ingrijpen. “Maar we missen nog een deel”, zegt Van Genechten. “Wie 30, 40 of 50 jaar geleden behandeld werd, legt vandaag niet altijd de link naar de jeugd als ze opnieuw kanker of een andere aandoening krijgen.”

 

 

 

Bron:www.hbvl.be